12 oktober 2011, een volle Statenzaal bij de Provincie Utrecht, georganiseerd door het Platform Bodembeheer. Allemaal gekomen om te praten over het thema bodeminformatie (Jan Klein Kranenburg, 4 november).

Tien stellingen stonden centraal. Het moest lijken op de 95 stellingen die Maarten Luther in 1517 op de deur van de Slotkerk in Wittenberg spijkerde, toevallig ook in oktober.foto_jan

Wij hebben ze maar niet gespijkerd op die chique deuren van het provinciehuis, hoewel dat niet zo'n probleem zou zijn, want de provincie gaat toch verhuizen, maar dat terzijde. Stelling 5 was: "Maak een plaatje bij het praatje". Hiermee bedoelden wij dat het zo belangrijk is om data eens op een kaart te zetten.

Nu is dat niets nieuws. Volgens Wikipedia deed ene Strabo dat al rond het begin van de jaartelling. En in de tijd van Maarten Luther had de Italiaan Battista Agnese al een serieuze atlas gemaakt.

Maar de strekking was wel duidelijk. Zeker in de communicatie met ruimtelijke planvormers werkt het gewoonweg om bodem- en ondergrondinformatie in de vorm van kaartbeelden aan te bieden.

"Sinds wij nadrukkelijker met kaarten werken, is de enige gestegen kostenpost die van de inkoop van inktcartridges", hoorde ik onlangs een Zeeuwse provincieambtenaar zeggen. Maar... kaarten maken met inkt? Is er dan in 2000 jaar niets veranderd?

Als dank voor mijn hulp op die Platformdag kreeg ik de Bosatlas van Ondergronds Nederland. Maar er stond al een exemplaar van dat mooie boek in mijn kast. Ineens schoot er een idee door mijn hoofd. Ik stuurde mijn jongere broer een sms. Hij is onderwijzer van groep 8 op een lagere school in Apeldoorn. "Kun jij die atlas niet gebruiken in de les?" Ik kreeg direct een antwoord: "Nee, bedankt. Alles gaat tegenwoordig via het digibord, we doen niets meer met papier."

Het is mij wel duidelijk: kaarten zijn nog steeds een belangrijk communicatiemiddel, maar het papieren tijdperk is voorbij. De Platformdag heeft de bezoekers al kennis laten maken met de meest recente innovaties op dit vlak: digitale ontwerptafels, zelf te bouwen geoportalen waarin je een schat aan digitaal kaartmateriaal moeiteloos kunt combineren, internetregisters met bodeminformatie die je zelfs thuis op Google Earth of op je smartphone kunt tonen.

We zijn het er in bodemland over eens dat de aansluiting met de ruimtelijke ordening zo belangrijk is, maar ik zou willen oproepen om aansluiting op de wereld van geoinformatie daarbij beslist niet te vergeten!

Jan Klein Kranenburg (Agentschap NL (Bodem+)

website

twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup