In de tijd dat ik nog bij het Service Centrum Grond werkte, hoorde ik eens een leuke anekdote over thermisch gereinigde grond. In die tijd waren er twee bedrijven die zich bezig hielden met thermische reiniging: Ecotechniek in Utrecht en ATM in Moerdijk. Organische verontreinigingen werden uit de grond gehaald en het eindproduct kon weer als bouwstof worden toegepast. Dit eindproduct was morsdood: geen piertje, schimmeltje of organisch stofdeeltje had die sauna overleefd. Er zijn wel eens proeven gedaan om deze dode grond weer te reanimeren door het te mengen met compost, maar tevergeefs: de organische stof hechtte zich niet meer aan de bodemdeeltjes en spoelde zo weer uit (Jan Klein Kranenenburg, 10 april).

Rond de eeuwwisseling werd de A30 aangelegd tussen Ede en Barneveld. Ook daar werd thermisch gereinigde grond toegepast als bouwstof. Deze werd aangevoerd en tijdelijk in depot gelegd. De keuterboertjes, die de arme zandgrond van De Vallei gewend waren, keken verlekkerd naar de pikzwarte aarde die daar in depot lag. Op een avond besloot één van die boertjes met zijn tractor en wagen er heen te rijden. Hij laadde zijn kar vol met het materiaal waarvan hij dacht dat het uitermate vruchtbaar zou zijn en stortte het uit over zijn moestuin. Het gevolg? Er wilde helemaal niets meer groeien. Het arme Bible Belt-boertje moet ongetwijfeld gedacht hebben dat dit een vloek van boven was om zijn zondige daad te wreken. Of het een waar gebeurd verhaal is of een broodje aap: ik weet het niet.foto_Jan_Klein_Kranenburg

Ik moest aan dit verhaal denken, afgelopen zondagavond. Zoals bekend woon ik in Oost-Nederland in een streek die nog bol staat van oud-Germaanse rituelen. Eén van die rituelen is het jaarlijkse paasvuur. Mensen brengen weken van te voren hun snoeiafval naar een vast afgesproken plek en de metershoge bult wordt onder het toeziend oog van het gehele dorp aangestoken. Het is niet zomaar een vuurtje. De immense hitte die het afgeeft, maakt dat iedereen meters afstand moet houden. De asresten rookten afgelopen woensdag nog steeds. Ik vroeg me hardop af tot hoe diep in de bodem die verzengde hitte door zou dringen. Met andere woorden: wat is de impact van deze in situ thermische reiniging? Mijn vraag werd beantwoord door een dorpsgenoot die naast mij stond: op plekken waar tientallen jaren geleden paasvuren zijn gehouden zie je zomers nog steeds cirkels in het gras of bouwland: plekken waar gewassen minder goed groeien. Opvallend, omdat asresten doorgaans voor vruchtbaarheid zorgen. Ook hier was de grond dus morsdood geworden.

Ik zie voor me hoe wetenschappers ooit met remote sensing gaan vaststellen dat er onverklaarbare cirkels voorkomen in Oost-Nederland. Cirkels die zich lijken te beperken tot streken waar volgens onze voorvaderen Ostara, de Germaanse lentegodin, rondwaarde. "Een bovennatuurlijke verschijnsel!", zullen sommigen roepen. Wij weten nu: het is gewoon één van die gelegenheden geweest, om met een biertje in de hand, eens gezellig met de buren te kletsen over allerhande broodje aapverhalen.

Jan Klein Kranenburg
Adviseur Bodeminformatiebeheer

Website

Linkedin

Twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup