Rotterdam vind ik een mooie stad. De skyline is indrukwekkend. Toch overviel me een "er klopt iets niet"-gevoel toen ik op het Willemsplein stond, de plek naast de Erasmusbrug waar de witte Speedo-boten met selfieschietende toeristen richting haven vertrekken. Na een tijdje drong het tot me door: ik stond op een plek waarvandaan je geen groen kon zien: geen boom, geen struik, niets (Jan Klein Kranenburg, 29 september).

Later hoorde ik op een symposium in de Maasstad het dilemma: de ondergrond is er zó druk, dat bomen nauwelijks in het straatbeeld zijn in te passen. "Als je als Rotterdammer bomen wilt zien, ga je maar naarfoto_jan het bos", vertelde de ambtenaar van Stadsbeheer, afdeling Ondergrond.

Hetzelfde unheimisch gevoel kreeg ik onlangs weer. Ditmaal was ik in Utrecht. Vanwege de toegangspoortjes in de stationshal kun je als Utrechter niet meer door het station van het Jaarbeursgebied naar de binnenstad en omgekeerd. Een slimme galerij aan de noordzijde zorgt ervoor dat je de drukke stationshal kunt vermijden en alsnog kunt doorsteken.

Ook hier een uitzicht op niets anders dan beton en metaal. OK, bij het lelijk glimmende Park Plaza Hotel staan wat populieren en in de verte op het Smakkelaarsveld lijken naast massa's fietsen ook nog wat platanen te staan. Ik keek nog wat beter en zag bij de kiosk "Bloemenplaza" nog wat glanzend gespoten peperplantjes op de stoep staan.

Mijn droefgeestige gevoel naderde een climax toen ik ineens een groot matrixbord ontdekte, dat op een opvallende plek boven de galerij hing. Hierop stond een digitale tekst in de trant van: "Vandaag in de natuur: Jonge zwaluwen zijn zo groot dat ze het nest verlaten." Dagelijks blijkt er een nieuw natuurfeitje te staan, kennelijk met de bedoeling passanten de indruk te geven dat ze op die dag méér ervaren hebben dan alleen beton en asfalt. De treurniswekkende ironie druipt van dit initiatief af. Het is de plastic kamerplant van de openbare ruimte. En over ironie gesproken: bovenop het matrixbord waren tientallen van die scherpe pinnetjes bevestigd, want stel je voor dat er een ècht dier met vleugels op zou landen...

Nu heb ik een idee. Naast de mensen uit de stad, die nauwelijks in contact komen met echte natuur, zijn er natuurlijk ook mensen op het platteland die de stad nauwelijks kennen. Ik wil op een open plek bij ons in het bos een tekstkar zetten. Dagelijks wil ik daar belevenissen uit de stad op projecteren: "Vandaag in de stad: het draaiorgel speelt Frans Bauer", ... file door werkzaamheden op de Croeselaan, ... Soy Frappucino Caramel uitverkocht bij de Starbucks...

Ik heb al 365 belevenissen in gedachten om het hele jaar door te komen. Ik zoek alleen nog een tekstkar, het liefst zonder ijzeren pinnetjes. Iemand?

Jan Klein Kranenburg

Adviseur Bodeminformatiebeheer

Website

Linkedin

Twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup