De bodem zit altijd in ons hart, natuurlijk, maar bij aankoop van een huis of bedrijfsperceel, of bij aanbouw, willen we graag onze aandacht focussen op het gebouw zelf, op de functionele mogelijkheden daarvan, op het meubilair en de kleur van het behang. (Paul de Reus, 16 juni)

Paul de ReusOp sommige percelen wordt in korte tijd wel vier keer in een officiele procedure getoetst hoe het zit met die bodem. Met name bij herontwikkeling is dat het geval. Bij aankoop door de gemeente, bij het maken van een nieuw bestemmingsplan, bij gronduitgifte, bij bouwvergunning en bij nulsituatie Wm (melding Activiteitenbesluit). Soms zitten die momenten snel achter elkaar, maar vaak met een jaar of meer tussen de verschillende stappen. En dan hebben we het nog over schone percelen. Als er een sanering bij komt, hebben we nog een aantal toetsmomenten.

Bij elke stap is de geografische focus anders: Het oude perceel, het grotere plangebied, de nieuwe kavel, de bouwlocatie, de Wm-deellocatie. Bij de niet-stadsgemeenten zeilde zo'n locatie steeds waar over de buro's. Tegenwoordig ervaren ook de moeilijke-gevallen-specialisten, de provinciale en grootstedelijke Wbb-toetsers dat in hun nieuwe omgevingsdienst-werkkring.

Gelukkig wordt op een aantal van die toetsmomenten wat creativiteit betracht met indienings- en vormvereisten, zodat niet bij elke stap een nieuw onderzoek wordt gevraagd. Soms is dat trouwens geen bewuste creativiteit, maar onwetendheid van de eigen regels.
Bijvoorbeeld als een gemeente een bouwvergunning afgeeft op een perceel waar de collega's van het grondbedrijf het hele gebied eerder hebben aangekocht en ontwikkeld. Dan wordt verwezen naar 'eerder onderzoek', soms zelfs met de administratieve rapportkenmerken erbij.
Als je de regels goed leest, wordt bij dit 'hergebruik' bedoeld dat een al beschikbaar onderzoek mag (moet) worden gebruikt, mits het exact voldoet aan de vereisten voor een nieuw onderzoek: NEN5740 en voor de eigen m2s. Dat dit wordt opgerekt (uitgekleed) tot het toetsen op basis van statistische gegevens (de bodemkwaliteitskaart) is voor de kenner milieuhygienisch best verdedigbaar, en de nieuwe eigenaar, de bouwer; zal niet klagen. Maar formeel klopt het niet.

Ik hoop dat de Omgevingswet een aantal van deze toetsmomenten gaat schrappen. We hebben tenslotte de LDB- en spoedlocatieprojecten uitgevoerd om daarna de 'altlast' te mogen vergeten. En dat de resterende toetsmomenten op elkaar worden afgestemd.
Prachtige term trouwens, altlast. Een germanisme, maar ik ben eerder taal-liefhebber dan taal-purist. Omwille van de taal hoop ik dattie in de wet komt, maar vanuit beleidsoogpunt zou het mooi zijn als er juist geen artikelen over worden opgenomen, en dat daardoor de term zelf ook verdwijnt.

Nog even een ander toetsmoment: De nul- en eindsituatie.
Heb je net de aankoop-, bouw-, afwerkings- en inrichtingsperikelen op je nieuwe stek gehad, komt er een toezichthouder vragen om een bodemonderzoek. "Heb ik" zeg je, maar het wordt afgekeurd: verkeerde scope. Dan heb je geen goede bodemadviseur gehad, want die had moeten anticiperen, maar wat koop je daarvoor?

Recent las ik aan aantal verslagen van milieucontroles, waaruit blijkt dat ook de toezichthouder zelf worstelt met zijn gezond verstand en compassie, versus de letter van de wet.
Het gecontroleerde bedrijf talmt, en in de opeenvolgende controleverslagen, steeds met een- of twee jaar tussenpose, staan opmerkingen als "lekbak, betonvloer, verwaarloosbaar risico, lijkt niet redelijk", "nog eens intern bespreken" en "nog eens kijken naar vergelijkbare situaties". Na zoveel jaar wordt geconcludeerd dat handhaving nu echt niet meer behoorlijk is. Als goedmaker wordt geconstateerd dat de eindsituatie in de toekomst nog steeds verplicht is. En weet u hoe het daarmee gaat?

Ik hoop dat deze twijfel en rechtsongelijkheid ook wordt geslecht door de Omgevingswet.
Wie weet staat zoiets al in de steigers. Ik beloof me eindelijk te gaan inlezen in huidige concepten.

Paul de Reus
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup