Voor een regenseizoenervaring hoef je niet meer naar een tropisch regenwoud. In de afgelopen weken viel er zoveel neerslag, dat ik serieus overwoog om te beginnen met het bouwen van mijn eigen ark. Neem nu 30 augustus. Het regende 's avonds geen pijpenstelen, maar complete tabakswinkels. Als het toilet op onze benedenverdieping op zo'n moment onheilspellende borrelgeluiden begint te maken, dan weten we dat het misgaat: het riool onder de straat kan het vele water niet meer aan en het water werkt zich omhoog via de huisafvoer onder onze oprit. (Jan Klein Kranenburg, 21 september)

foto janAchter ons kelderraampje bevindt zich een zogenaamde koekoek, die voorzien is van een afvoerpijpje om regenwater naar het riool af te voeren. Met een tegengestelde druk komt er echter water en de koekoek en stroomt langs het raampje onze kelder binnen. Balen, maar op Omroep Gelderland zie ik dat de schade in Arnhem nog groter is. Ik heb 10 jaar in Arnhem gewoond en ken de problemen daar: de stad kent veel hoogteverschillen, waardoor straten zomaar kunnen veranderen in kolkende rivieren. Een filmpje dat ik daarvan in 2008 maakte is op YouTube al bijna 50.000 keer bekeken.

Toevallig werkte ik 30 augustus overdag op het Rijkswaterstaatkantoor in Arnhem. Ik parkeerde 's ochtends mijn auto ergens op een industrieterrein en liep via een woonwijkje naar ons kantoor, vlak naast de John Frostbrug. Ik zag in het woonwijkje een oranje tankauto rijden met veel ingewikkelde zuigslangen aan de zijkant. Aan de bovenkant leek stoom te ontsnappen. Naast de tankauto liep een grote gespierde kerel: vierkant gezicht, boze blik, oranje overall. Hij had twee stukken gereedschap in zijn hand: een soort breekijzer en een lange haak. Samen met de tankauto vormde hij een straatkolkenreinigingsteam. 'Putjesscheppers' zouden we vroeger zeggen. Als ik het me goed herinner heette het bedrijf ook nog eens "Van der Kolk". Nomen est omen.

De spierbonk wrikte met zijn breekijzer aan een putdeksel, maar kreeg hem niet open. Toen een tweede poging ook niet lukte liep hij onverschillig door. De tankautochauffeur volgde gedwee. Ik meende te zien dat Spierbonk enigszins schuldig keek toen hij plots zag dat ik toekeek. De betreffende put, dichtgeslibd met bladafval en ander straatvuil, bleef onaangeroerd achter.

's Avonds, toen ik de beelden op Omroep Gelderland zag, dacht ik terug aan die schuldige blik van Spierbonk. Zijn schuldgevoel kwam waarschijnlijk enkel voort uit het besef van plichtsverzuim. Ik denk niet dat de beste man zich besefte wat de gevolgen zouden kunnen zijn van zijn nalatigheid. Vreemd eigenlijk, want als hij zou beseffen hoe belangrijk zijn werk is voor een stad als Arnhem, zou hij waarschijnlijk meer plezier aan zijn werk beleven. Het wordt daarom tijd om het putjesscheppersgilde wat meer aandacht te geven, misschien moeten we starten met die beroepsgroep een serieuze naam te geven. Senior Klimaatadapteurs Buitendienst bijvoorbeeld.

Jan Klein Kranenburg
Adviseur Bodeminformatiebeheer

Website

Linkedin

Twitter

Reageren op deze column kan hier: LinkedinGroup