"Deze columnplek heb ik te danken aan Twitter". Zo eindigde ik hier 4 weken geleden (Jan Klein Kranenburg, 19 april).

Meer specifiek heeft dat te maken met een ontmoeting tussen Arthur van de Velde (TTE) en mij. We hadden die afspraak om eens bij te praten over social media en de bodemsector.

Het was 12 januari 2011 in Deventer. Een spannende dag voor de Hanzestad, want in allerijl werden die ochtend zandzakken voor de ingangen van de historische binnenstad gelegd om het wassende water vanfoto_Jan_Klein_Kranenburg de IJssel buiten te houden. Ik moest die ochtend toch al naar Deventer voor een gesprek met de milieuwethouder Jos Pierey en Almar Otten, programma manager Milieu. De punctuele secretaresse van Pierey brak ons gesprek exact af op het afgesproken tijdstip, waardoor we niet toekwamen aan small talk. De interessante duobaan die Otten heeft bleef daarom onbesproken. Want naast ambtenaar is Otten namelijk ook succesvol thrillerauteur.

Onlangs ontving ik een uitnodiging voor de presentatie van zijn nieuwste boek 'Blauw Goud'. "De Da Vinci Code aan de IJssel" volgens de lovende recensies. Dat deze presentatie plaatsvond in Wageningen was niet toevallig: Wageningen en het vakgebied bodemkunde spelen een belangrijke rol in dit boek. Het is dus ook niet verrassend dat collega-columnist Theo Edelman de presentatie leidde. Deze avond in de Wageningse bibliotheek moest ik helaas missen, maar het boek heb ik inmiddels wel gelezen. En ik viel van de ene verbazing in de andere.

Veel spannende gebeurtenissen vinden plaats in de Achterhoek, de streek waar ik woon en die ik dus goed ken. In hoofdstuk 34 rijdt hoofdpersoon Matt zelfs voor ons huis langs. Daarnaast is er een centrale rol weggelegd voor de dorpen Wapenveld en Hattem, de plaatsen waar de grootouders van moeders én vaders kant woonden toen ik kind was. Zelfs de sfeerbeschrijvingen in het boek roepen herinneringen op. De kerriegeur van kruidenfabriek Euroma rook ik bijvoorbeeld ook, toen ik als kind in de tuin van mijn grootouders in Wapenveld speelde.

Maar het wordt nog veel gekker. Twee jonge dames in het boek duiken ineens op in Village les Gottales, een vakantieparkje met 40 vakwerkhuisjes op de top van de Mont St. Jacques in het Belgische Trois Ponts. Laat dit nu precies de plek zijn waar ik afgelopen zomervakantie met mijn gezin doorbracht. Ook wij liepen "door het donkere sparrenbos achter de tennisbaan tot we op het modderige pad uitkwamen".

Maar de grootste verrassing komt als ik het boek uit heb en de verantwoording achterin lees. De historische grondslag van het boek komt deels uit een publicatie over Fraterhuis Hulsbergen te Wapenveld die mijn oudoom Albert Klein Kranenburg ooit schreef. Mijn eigen achternaam staart me dus aan vanaf die laatste bladzijde. Als 'Blauw Goud' de "De Da Vinci Code aan de IJssel" is, ben ik dan de achterneef-van-Leonardo-da-Vinci-aan-de-IJssel?

Maar het is dan wel een achterdochtige achterneef, want sinds ik Blauw Goud gelezen heb, met al die onverklaarbare toevalligheden, ben ik zó paranoïde dat ik op iedere straathoek over mijn schouder kijk of Almar Otten mij wellicht dag en nacht aan het achtervolgen is.

Jan Klein Kranenburg (Agentschap NL (Bodem+)

Website

Twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup