Als je een strategisch beleidsdoel niet gaat halen, zijn er 3 manieren om daarmee om te gaan (Paul de Reus, 6 december):

•1: meer geld ertegenaan
•2: meer tijd uittrekken
•3: het doel afzwakkenFoto_Paul_de_Reus

Op het beleidsterrein Bodem hebben we een beetje van "2" gedaan: Met elke nieuwe Wbb-circulaire, NMP-update en bodemconvenant, hebben we steeds 1 generatie uitgetrokken voor het oplossen van het probleem. Steeds 20 jaar, tellend vanaf de verschijningsdatum het nieuwe beleidsdocument.

Ongeveer zoals mañana altijd mañana blijft, en bukra altijd bukra.

Zo hebben we de deadlines voor het beheersen van het bodemprobleem verschoven van 2015, via 2023 naar 2030.

Tegelijk met de termijnverlenging hebben we een heleboel "3" gedaan: Sinds 1990 hebben we het beleidsdoel Multifunctioneel bijgesteld, via Multifunctioneel-Tenzij naar Functioneel. En sinds 2003 (Beleidsbrief Bodem) hebben we het beschermingsbeginsel vervangen door het benuttingsbeginsel.

De ruimere beginsels.hebben we vrij kritiekloos aanvaard, zelfs omarmd. Ze waren namelijk goed gemotiveerd.

Na jaren van verruiming, is er sinds kort sprake van een weg terug, naar hogere milieudoelen. Het credo is: gestadige verbetering.

Het Besluit bodemkwaliteit biedt sinds 2008 ruimte om lokaal gebiedsspecifieke bodemkwaliteitsdoelen te stellen. In theorie kan dat aangegrepen worden om de bodemkwaliteit van bepaalde gebieden langzaamaan (gestadig) te verbeteren, maar in de praktijk wordt 'gebiedsspecifiek' vaker aangegrepen om met minder genoegen te nemen, voor het handhaven van de bestaande achtergrondkwaliteit, die hoger ligt dan de generieke norm.

De eerste vermelding van "gestadige verbetering" komt van de Keizerskroon-conferentie, oktober 2011. In het daarop gebaseerde Keizerskroon-manifest vraagt een aantal beeld- en smaakbepalende ambtenaren, adviseurs en bedrijfsmensen om ruimte voor de beleidsprincipes "gestadige verbetering" en "stand still". Er wordt nog geen voorkeur voor een van deze twee principes uitgesproken, er wordt gevraagd om ruimte voor beide. De keuze wordt bij decentrale overheden neergelegd.

In alle latere beleidsstukken, TCB-advies incluis, lijkt gestadige verbetering tot de nieuwe norm te zijn verheven. Dat is raar. Enerzijds omdat het terugkrabbelt op de beleidsontwikkeling sinds 1990. Anderzijds omdat het zo stilzwijgend gaat.

De omkeer 'terug naar verbetering' is misschien heel goed, maar ik mis de bestuurlijke uitspraak dat de versoepeling te ver is doorgeschoten en dat daarop een correctie nodig is. Desondanks loopt het hele bodemveld kritiekloos achter de nieuwe leuze aan.

Mag gestadige verbetering nog even met redenen omkleed worden, zodat we lokaal een bewuste, geloofwaardige afweging kunnen maken?

Paul de Reus

Polder BV IJmuiden.

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup