Gemeenten met slechte grond krijgen meer geld van het Rijk dan gemeenten met goede grond (Jan Klein Kranenburg, 4 juli).

Vraag me niet hoe het precies zit. Ik kreeg het vandaag te horen van TNO, dus dan klopt het.

Ik vind dat een raar gegeven. Indirect draagt de overheid dus bij aan een gunstig vestigingsklimaat op plekken waar je helemaal niet zou moeten willen wonen, omdat je er met goed fatsoen geen huis kunt bouwen of riolering kunt leggen. Ik noem geen voorbeelden, want dan worden de mensen uit Gouda boos.

Ik moest denken aan een bezoek aan Napels vorig jaar. Vanaf ons terras in de heuvels van Sorrento hadden we een prachtig gezicht op de uitgestrekte agglomeratie die als een mantel om de voet van de kegelvormige foto_Jan_Klein_KranenburgVesuvius ligt.

Opvallend, want de Vesuvius staat nu niet bepaald bekend om zijn betrouwbaarheid. Toen ik mijn verbazing daarover uitsprak kreeg ik te horen: "In Nederland woont het grootste gedeelte van de bevolking toch ook onder zeeniveau?" Daar had ik niets tegenin te brengen. Wij zijn in Nederland gewend aan dat idee, maar dat zijn de Italianen ongetwijfeld ook. De risico's in de Randstad verschillen statistisch waarschijnlijk nauwelijks van de risico's in Napels.

Kortom we wonen dus massaal in gebieden die ongeschikt zijn en bovendien gevaarlijk. Tegelijkertijd subsidieert de overheid dus het wonen in die gebieden. Sterker nog, ze stimuleert krimp in gebieden die juist geschikt en ongevaarlijk zijn. Krimp stimuleren? Jazeker. Een paar voorbeelden: Rijksinstellingen zoals gevangenissen in krimpgebieden worden op korte termijn gesloten. Personeel krijgt het moeilijk, toeleverende bedrijven krijgen het moeilijk en fragiele economische systeempjes in deze regio's storten in: gevolg nog meer krimp in Noord, Oost en Zuid-Nederland.

Verder hebben krimpgebieden last van afnemende digitale bereikbaarheid. Neelie Kroes heeft regels bedacht die staatssteun op dit vlak vrijwel onmogelijk maken en tegelijkertijd doen commerciële bedrijven aan "cherry picking": ze richten zich hoofdzakelijk op gebieden met een grote bevolkingsdichtheid. En onderschat het effect niet: goede digitale bereikbaarheid in de top 5 van vestigingscriteria staat. Resultaat: vicieuze toestanden.

Zo ken ik er nog wel een paar, maar ik denk dat mijn punt duidelijk is. Ik zou dan ook willen pleiten voor een andere verdeling van rijksmiddelen: juist méér geld naar gemeenten met goede grond en minder geld naar de gemeenten met slechte grond.

In Italië heeft de overheid een bonus ingesteld voor mensen die verhuizen naar een gebied buiten de gevarenzone van de Vesuvius. Misschien moeten we dát in Nederland ook maar eens overwegen.

Jan Klein Kranenburg
Werkt bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, maar schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Website

Twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup