Het Jaar van de Bodem is begonnen. In een bericht over vuurwerk las ik, in een bijzin, dat door vuurwerk ook een flinke gift aan zware metalen aan de bodem is gedaan. Dat vraagt om een analyse (Paul de Reus, 8 januari).

De discussie over de nadelen van vuurwerk gaat vooral over persoonlijk letsel (69 handen en 18 ogen), over schade aan gebouwen en auto's (€ 10-20 miljoen) en over te luide knallen. Commentaar in de maatschappij heeft landelijk geresulteerd in een krapper tijdvenster. En plaatselijk wordt geëxperimenteerd met verboden en zoneringen.Paul_de_Reus
De verboden en zoneringen worden in de praktijk nog wat willekeurig ingezet: om niet-uitgesproken redenen worden alleen bijzondere groepen beschermd: bejaardenhuizen, ziekenhuizen, winkel-publiek en dierenasiels. Bescherming tegen brandgevaar is beperkt tot rieten daken. Bij de brand in Alkmaar waren geen rieten daken of zorginstellingen betrokken. En die 69 handen en 18 ogen waren meest van pubers en gewone burgers. Is de schade dan minder erg?

Milieu-effecten spelen een ondergeschikte rol in de vuurwerkdiscussie. Het beetje milieu-aandacht gaat uit naar luchtvervuiling. RIVM verricht metingen naar smog, maar wuift gezondheidsrisico's weg: Hoge waarden, maar van korte duur. Bodem- en waterkwaliteit krijgen geen aandacht in de maatschappelijke discussie, maar er zijn wel wat overheidspublicaties en onderzoeksrapporten.

Er is 20.000 ton vuurwerk afgestoken. Tachtig tot negentig procent hiervan is grof afval geworden: papier, hout, plastic en klei. De overige 10-20% - pyrotechnisch mengsel - is rook en stof geworden: broeikasgassen, fijn stof en oxiden van zware metalen.

Metalen zorgen voor de kleuren in het siervuur. Daar zijn wat 'bodemeigen' metalen bij, zoals calcium, natrium en aluminium, maar ook lithium, strontium, barium, koper, titanium en magnesium.

Volgens theoretische berekeningen is vuurwerk een belangrijke vervuilingsbron. Bijvoorbeeld met 245.000 kg barium en 113.000 kg koper.
De getallen over depositie van deze metalen verschillen. Bij kamervragen in 2011 werd uitgegaan van maximaal 4 promille van de jaar-immissie. In wetenschappelijke tijdschriften lopen de berekeningen op tot ruim 20%. Met wat eigen rekenwerk en knoppen-draaien, zoals we ook in Sanscrit doen, kwam ik snel op een koperimmissie van 30% van de I-waarde in bewoonde gebieden, per jaar.
Bij praktijkmetingen in rioolwaterzuiveringen zijn geen schokkende resultaten gevonden, maar die massa komt érgens terecht. In de waterbodem, in de landbodem? Klopt de theorie niet, of de uitgevoerde metingen niet, of meten we niet op de juiste plaatsen? Er is reden om verder te onderzoeken.

Los van het cijferwerk is de grote moeilijkheid van de discussie natuurlijk dat vuurwerk een Traditie is.
Verandering mag dan alleen heel geleidelijk, maar dat is eerder vertoond: Sinterklaas wordt al gevierd sinds de middeleeuwen. Zwarte Piet kwam pas na 1850 op het toneel. Pakjesavond werd het pas na de tweede wereldoorlog. De recente terugdringing van Zwarte Piet gaat wat tegen de geleidelijkheidsvereiste, maar zijn lot is voor de komende decennia toch bezegeld.
De nieuwjaarsduik bestond tot 1959 niet. Na de eerste duik dreigde de zwembond de organisator te royeren. Pas jaren later werd het gemiddelde sentiment wat positiever. Inmiddels zijn er ruim 200 duiken in heel Nederland en noemen we het Traditie. En die oranje mutsen verdwijnen ook wel weer.

Op dezelfde manier mag ook de vuurwerktraditie verder evolueren. Op naar het centraal vuurwerk.

Ik wens u veel geluk en gezondheid voor het komende jaar.

Paul de Reus
Polder BV IJmuiden.

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup