In mijn vorige column schreef ik over mijn nachtelijke autorit langs de Veluwezoom, op weg naar huis na een concert in Utrecht. Ik kan me voorstellen dat u zich afvroeg welk concert dat was. Ik noemde het eerlijk gezegd bewust niet: iets met angst voor imagoschade denk ik. Nu heb ik wat meer ruimte om het uit te leggen, dus vooruit maar. Het was Primus, een prettig gestoorde funk-metal band met nogal een excentrieke leadzanger annex bassist (Jan Klein Kranenburg, 16 juli).

Eigenlijk is Primus een soort 'guilty pleasure' van mij uit begin jaren '90: de tijd dat ik vrijdagavonden sleet met drie andere pokdalige pubers, Grolsch-beugelflessen en een zak borrelnoten van de Aldi. We keken Beavis & Butthead op MTV, dat toen net in Nederland werd uitgezonden. Primus fascineerde zowel Beavis en Butthead ("uh-huh") als ons vieren met hun onconventionele manier van muziek maken. Primus' foto_Jan_Klein_Kranenburgleadzanger heet Leslie Edward (Les) Claypool. Het zou me niet verbazen als die achternaam hem inspireerde tot het nummer: "My Name is Mud". En voilà: daar hebben we een link met het bodemwerkveld.

Enige beroepsdeformatie is mij niet vreemd, dat mag blijken uit bovenstaand verhaal. Deze afwijking leidt ertoe dat ik wel vaker aan mijn werk denk terwijl ik muziek luister. Misschien kent u het liedje Big Yellow Taxi (1970) van Joni Mitchell, in 2002 gecoverd door Counting Crows en Vanessa Carlton: "Hey farmer, farmer, put away the DDT. I don't care about spots on my apples, leave me the birds and the bees." Als ik dit liedje op de radio hoor denk ik meteen: "Interventiewaarde 1,0 mg/kg·ds bij een standaardbodem".

Nog zo'n voorbeeld is het nummer Blue Sky Mine (1990) van de Australische band Midnight Oil. Blue Sky Mine gaat over de zieke mijnwerkers van de Wittenoom-mijn waar crocidoliet –blauwe asbest- gewonnen werd. Midnight Oil sneed regelmatig milieuthema's aan. Weinig verrassend dus dat de leadzanger Peter Garrett later de Minister van Milieu in Australië werd. Mijn gedachten dwalen tijdens het luisteren van dit liedje echter altijd af: "crocidoliet is amfibool asbest, de norm is 100 mg/kg gewogen, waarbij de serpentijnconcentratie vermeerderd wordt met tienmaal de amfiboolconcentratie."

Nieuwsgierig geworden, speur ik YouTube af naar meer bodemliedjes. Het volgende dubieuze exemplaar van de Amerikaan Jeremy Newton-John wil ik u niet onthouden. Het karikaturale en simplistische liedje "The Soil Song" gaat over de dualistische betekenis van onze bodem: "Soil is boring, soil is brown. It never is up and it always is down (...)". Newton-John bezingt de nietszeggendheid van de bodem, maar laat tegelijkertijd horen dat je er niet zonder kunt. Als je het liedje wil beluisteren, bezoek dan: http://tinyurl.com/bodemlied. Eén ding is zeker: Jeremy gaat het niet schoppen tot milieuminister van de VS.

Jan Klein Kranenburg

Adviseur Bodeminformatiebeheer

Website

Linkedin

Twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkdingroup