Een paar weken terug mocht ik de openingsspeech houden op de Contactdagen voor Belgische en Nederlandse archeologen en bouwhistorici (BNA), bij Saxion in Deventer. En daarmee was ik een dag ondergedompeld in de wereld van muurschilderingen, Vlaamse pastorieën in de Middeleeuwen en de archeologie van conflicten (Geert Roovers, 4 mei).

Als eerste viel mij daarbij (weer) de gedrevenheid van archeologen op. Archeoloog worden is een passie, en die passie straalt van de beroepsgroep af. Ik zie joosthet bij studenten, ik zie het bij de grown-up's. Archeologie is hun roeping, en daarmee maken zij met behulp van het verleden, het heden steeds een stukje mooier. Maar – zoals bij veel dingen – heeft dit ook een keerzijde. Het risico van een in zichzelf gekeerde wereld en de parabel van de gekookte kikker is aanwezig. De kikker in een pannetje water, waar zachtjes een vuurtje onder pruttelt. Een vuurtje dat, zonder dat de kikker het tijdig in de gaten heeft, de kikker uiteindelijk kookt. Een vuurtje dat symbool kan staan voor een ongewenst veranderende wereld buiten, zonder dat je het in de gaten hebt.

Als tweede hoorde ik voor het eerst over Bouwbiografie. Een tak van sport waarin archeologen op basis van verloren of achtergelaten documenten, vergeten spullen, slijtage op dorpels en deuren, inscripties, en soms zelfs verstopte geheimen een gebouw binnenste buiten keren en daarmee de historie van een gebouw en zijn bewoners reconstrueren. En het klonk niet alleen als een spannende zoektocht op de donkere en tochtige zolder van mijn opa, het klonk vooral als een prachtige methode om verhalen te ontdekken, en samen beelden en identiteit te ontwikkelen en te delen.

Archeologie heeft belangrijke intrinsieke waarde. Archeologie kan stoffig zijn, én spannend. Archeologie kan lastig zijn, en belemmerend. En bovenal, archeologie heeft het risico van de parabel van de gekookte kikker in zich. Maar zolang er methoden als Bouwbiografie ontwikkeld worden, en we deze gebruiken als we plannen maken, maak ik me geen zorgen. Dan wordt, is en blijft archeologie een substantieel onderdeel van moderne ruimtelijke ontwikkeling.

Geert Roovers

Dr. ir. Geert Roovers is (parttime) lector Bodem en Ondergrond aan de Saxion hogeschool te Deventer.

Linkedin

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup