TILBURG - Het bodembeleid van de gemeente Tilburg is samengebracht in een overzichtelijk boekwerkje, genaamd 'In goede aarde' (Persbericht Gemeente Tilburg, 10 november). Het is een bundeling van bestaand beleid en geeft het kader voor de uitvoering van de bodemtaken voor het herstel van een veilige, schone (onder)grond voor wat in Tilburg staat of wordt ontwikkeld.Het beleid is op deze manier op- en vastgesteld naar aanleiding van de landelijke ontwikkelingen van de afgelopen twee jaar. De rol van de gemeente bij de uitvoering van de bodemsaneringsoperatie is groter geworden. Enerzijds is de gemeente bevoegd gezag geworden, anderzijds krijgt de gemeente nu rechtstreeks budget van het Rijk voor bodemsanering. Inhoud 'In goede aarde' Het boekje is geschreven voor onder meer de inwoners van Tilburg, Tilburgse bedrijven, projectontwikkelaars, adviesbureaus, ministerie van VROM, Inspectie volksgezondheid en de GGD en bestaat uit vier delen. Het eerste deel beschrijft de hoofdlijnen van het bodembeleid en is bedoeld voor diegenen die snel kennis willen nemen van hoe de gemeente de bodemsanering oppakt. Deel twee geeft meer informatie en is geschreven en ingedeeld naar verschillende doelgroepen die op de een of andere manier met bodemsanering te maken krijgen. Deel drie en vier bevatten respectievelijk een maatregelenprogramma en het meerjarenprogramma bodemsanering. Het bodembeleid gaat onder andere in op welke verontreinigingen in Tilburg aanwezig zijn en waarom we het opruimen? Bij de aanpak is het streven gericht om de bodem in Tilburg te laten voldoen aan een minimale kwaliteit, de basiskwaliteit. De basiskwaliteit is het ambitieniveau bij de bodemsaneringsoperatie in Tilburg. Hierbij is rekening gehouden met de verhoogde achtergrondwaarden aan stoffen zoals die in Tilburg worden aangetroffen. Voldoen aan de basiskwaliteit kan onder meer betekenen dat in de bovengrond stoffen in de bodem mogen worden aangetroffen in hogere gehalten dan de landelijke streefwaarden Het gaat hierbij om gehalten waarbij geen risico's voor de volksgezondheid in het geding zijn. De aanpak van bestaande verontreinigingen richt zich in eerste instantie op de ruimtelijke ambities van de stad. Bodemsanering wordt zoveel mogelijke geïntegreerd in deze projecten opgepakt. Daarnaast wordt voor de hele stad vastgesteld waar nog onderzoek en sanering moeten plaatsvinden tot het jaar 2030. Bij het wegwerken van de werkvoorraad stimuleert de gemeente dat anderen, dan zijzelf, de gevallen van bodemverontreiniging saneren. Zoals door bedrijven op bedrijfsterreinen, projectontwikkelaars en in voorkomende gevallen door publiekprivate samenwerking. Bij urgente gevallen wacht de gemeente eventuele ontwikkelingen van plannen niet af. Waar mensen gezondheidsrisico lopen of de verontreiniging zich snel verspreidt dwingt de gemeente verantwoordelijke partijen de sanering ter hand te nemen. Zonodig start de gemeente zelf, vanuit de rol van het bevoegd gezag Wet bodembescherming, het saneringstraject op. In het tweede deel staat in ieder hoofdstuk een bij de bodemproblematiek betrokken partij of groep van partijen centraal: de gemeente als uitvoerder van wettelijke bodemtaken, de gemeente als private partij, uitvoerders van bodemsanering, bedrijven en bodemsanering en ontwikkelaars en bodemsanering. Tot slot staat beschreven hoe wordt afgestemd en samengewerkt met bijvoorbeeld provincie en andere gemeenten en hoe wordt gecommuniceerd met partijen zoals bewoners en andere overheden. Het maatregelenprogramma bevat maatregelen of actiepunten zoals die in het rapport naar voren zijn gebracht. Dit kunnen zowel beleidsmatige actiepunten zijn als meer uitvoeringsgerichte actiepunten zoals het vastleggen van uitvoeringsrichtlijnen en procesbeschrijvingen. In het meerjarenprogramma bodemsanering zijn alle nu bekende gevallen en mogelijke gevallen voor sanering opgenomen. Aangegeven is in welk jaar de uitvoering van een sanering is voorzien. Het programma is aan verandering onderhevig, immers plannen worden uitgesteld of verdwijnen en er komen nieuwe bij. Jaarlijks wordt verslag gedaan over de voortgang in het kader van het milieuprogramma. VervolgHet bodembeleid 'In goede aarde' zal op 10 november aanstaande worden behandeld in de raadscommissie Fysiek.