Daar sta ik dan: mijn fiere holle stengels wijzen richting blauwe lucht. Mijn zijtakken met fraai groen generfde bladeren vormen een geheel dat mooi onderbroken wordt door cremewitte, soms zelfs witroze bloemen. Ik mag er zijn vind ik zelf. Ik ben een van de krachtigste soorten uit de plantenwereld: de olifant der bedektzadigen. Mijn voorouders waren wereldreizigers. Planten zonder vrees, die de reis waagden vanuit het verre Azie naar Europa, op weg naar een nieuwe toekomst. Eenmaal aangekomen in Nederland vestigden ze zich er definitief. Ze voelden zich er thuis en zorgden voor nageslacht. Zo werd ik geboren. (Jan Klein Kranenburg, 12 juli)

foto Jan Klein KranenburgMaar makkelijk heb ik het niet altijd. Een tweebenige soort genaamd 'mens' verklaarde mij en mijn familie de oorlog. Ze sturen maaimachines, varkens en glyfosaat-gifmengsels op ons af. En erger nog, ze noemen ons een 'invasieve exoot'. Dat soort kwetsende termen zouden wij in het plantenrijk nooit gebruiken. Hooguit hoor je het een extremistische witgekuifde ondersoort een enkele keer zeggen. Bovendien, wie is er nu exotisch? Die Homo sapiens kwam pas 200.000 jaar geleden kijken. Broekies zijn het. En nu menen ze ineens te moeten bepalen welke andere soorten in hun omgeving gewenst danwel 'invasief' zijn.
We hebben geluk, want die varkens lusten ons niet. Dat maaien maakt ons alleen maar sterker en dat glyfosaat verpest enkel het grondwater, waar die mens vervolgens zelf weer zijn drinkwater uithaalt. Dat noemt zichzelf dan een ontwikkelde soort. Laat me niet lachen.

Gelukkig hebben wij ook vrienden in de mensenwereld. 'Homo sapiens amor in terra', ook wel 'bodemmens' genoemd. Zij hebben het beste met ons voor. Ze maken beleid dat slechts is gericht op de chemische samenstelling van de bodem. Het is een dekmantel voor ongebreidelde verspreiding van mijn broertjes en zusjes. Ze hebben zelfs kaarten voor ons gemaakt. Ze noemen het bodemkwaliteitskaarten, maar de kaarten vormen stiekem de perfecte routekaart in onze zoektocht naar onontdekte plekjes binnen elke gemeente. Graafmachines pikken ons zaad op en via vrachtwagens wordt het elders weer uitgezet. Het is jammer dat mijn voorouders deze onbaatzuchtige liefde niet meer meekrijgen. Ik word haast emotioneel bij deze gedachte.

Ik wil de bodemmens daarom graag bedanken. Zonder jullie had ik het niet gered.

Liefs,
Japanse Duizendknoop

Jan Klein Kranenburg

Linkedin

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup