Afgelopen dinsdag presenteerden we op Bodembreed in Amsterdam de resultaten van de adviesgroep 'Afbouw Nazorg' en de kennisvraag 'Hoe komen we tot afbouw van IBC-locaties?'. We zijn in dit geval het Uitvoeringsprogramma Bodem en een consortium van adviesbureaus en kennisinstellingen. We gaven aan dat afbouw mogelijk is en reikten daarvoor de bouwstenen aan. Ook kondigden we een impuls aan om de werkgemeenschap rondom de afbouw te stimuleren. Interessant was de discussie over het leidend laten zijn van ruimtelijke opgaven en lokale behoeften. (Geert Roovers, 15 november)


geertNederland telt veel locaties waar sprake is van bodemverontreiniging. Overheden pakken vaak een deel van de verontreiniging aan, waarna ze nazorgmaatregelen inzetten om verdere risico's te beheersen. In het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020 hebben Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten een (inspannings)verplichting op zich genomen om deze nazorgmaatregelen - inclusief de zogenaamde IBC-locaties (Isoleren, Beheren en Controleren) - zoveel mogelijk te verminderen (zogenaamde 'afbouw'). De omvang hiervan is groot: ruim 550 nazorglocaties met een jaarlijkse kostenpost van minimaal 6 tot 10 miljoen euro.

In de discussie op Bodembreed werd gesteld dat voor de afbouw ruimtelijke opgaven en lokale behoeften leidend moeten zijn. In plaats van het bodemprobleem en de bodemtechniek. En daar breek ik een lans voor het kennisrapport (let wel op: dit is WC-eend keurt WC-eend). In dit rapport typeren we de IBC-locaties op basis van de potenties vanuit de omgeving (ruimtelijke, maatschappelijke opgaven, lokale behoeften). Maar juist ook vanuit hun (bodem)potentie tot lastenreductie. Dus de potentie om de jaarlijkse beheerinspanning significant te verminderen. De combinatie van beiden leidt natuurlijk tot een mooie matrix met vier typen afbouwlocaties, en vier bijpassende strategieen. En het is juist deze diversificatie die ons volgens mij echt helpt. Dus niet alle locaties standaard benaderen vanuit de ruimtelijke opgave en lokale behoeften. Ook zien dat er locaties zijn die juist vanuit de techniek benaderd kansrijk voor afbouw zijn. Maar ook niet standaard bodem en techniek centraal zetten. Juist ook denken vanuit die ruimtelijke opgaven en lokale behoeften. En tenslotte: ook het besef dat er locaties zijn waar zowel de ruimtelijke als de technische potentie ontbreekt. En daar dus bewust blijven wachten en de beheerinspanning continueren. En nog niet afbouwen.

Met het advies en de kennisvraag ligt alles op tafel om de afbouw een impuls te geven. Probleemeigenaren en bevoegde gezagen kunnen hiermee aan de slag. Het stimuleren van een werkgemeenschap gaat daarbij helpen. En dat is wat het Uitvoeringsprogramma Bodem de komende periode dan ook gaat doen. Hopelijk komen wij u daar tegen.

PS: En nieuwsgierig geworden naar de rapportages, klik hier: Adviesrapport en Kennisrapport.

Geert Roovers

Dr. ir. Geert Roovers is (parttime) lector Bodem en Ondergrond aan de Saxion hogeschool te Deventer.

Linkedin

Reageren op deze column kan hier: LinkedinGroup