Ik pak weer even terug op een bekend thema: de bodemprofessional van de toekomst. Vanuit ons KOBO-netwerk werken we samen met NLIngenieurs aan een plan om deze professional vorm te geven. En met gemeente Rotterdam werken we aan een concreet voorstel om hetzelfde te doen. Net als bij het Kennisprogramma Bodemdaling. De toekomst van de bodemprofessional is steeds actueler en gelukkig steeds concreter. Toch bracht mijn Saxion-collega Rik Zeeuwen me aan het twijfelen. Hij vroeg: ‘bestaat de bodemprofessional in de toekomst nog?’. En dat was een goede vraag. (Geert Roovers, 17 oktober)


geertDe bodemprofessional van de toekomst is in ontwikkeling. Omdat hij (zij) door de komst van de Omgevingswet integraal moet gaan werken. Nee, excuus: doordat opgaven steeds meer multidisciplinair moeten worden opgepakt. En de Omgevingswet dat ondersteunt. Veel bodemprofessionals verdwijnen langzaam richting duurzaamheid en energie. Of richting klimaat. Daarnaast gaat nieuwe technologie steeds meer de wereld van de bodemprofessional bepalen. Denk bijvoorbeeld aan digitale analyses en rapportages, of ‘digital twins’. Collega’s vanuit Antea Group bouwen er een voor een waterleidingbedrijf. Ook nieuwe technologie vraagt nieuwe competenties van de bodemprofessional. De bodemprofessional als link tussen nieuwe technologie en integraal werken, in de grote maatschappelijke opgaven. Heeft u hem (haar)?
Maar in het gesprek met Rik begreep ik dat ook dit te simplistisch is gedacht. Allereerst: in integrale processen hebben we met véle bodemspecialisten te maken, die elk op verschillende momenten een verschillende rol hebben. Denk aan de beheerder van kabels en leidingen, de archeoloog, de ecoloog, de milieuchemicus, de geohydroloog en de civiele techneut. Hen over één kam scheren, is al lastig. De bodemprofessional van de toekomst bestaat uit vele typen, met elk hun kwaliteiten en eigenaardigheden. En al deze bodemprofessionals werken in diverse grote opgaven, zoals klimaat, woningbouwopgave, nieuwe stoffen, energietransitie, verduurzaming landbouw en nieuw erfgoed, om er een paar te noemen. Vraagt elke opgave hetzelfde van hen? Of vraagt iedere opgave juist andere kennis en competenties? Mijn vermoeden zit in de retoriek van de vraag.
Rik vroeg dus: ‘Bestaat de bodemprofessional in de toekomst nog?’. Mijn antwoord was eerst twijfel. En daarna de helderheid. Nee! We gaan naar nieuwe professionals. Vooralsnog zonder naam. En daarvoor moeten we scherp krijgen welke kennis en welke competenties, in welke rollen en welke fasen van beleid en projecten we nodig hebben. Pas dan krijgen we enigszins zicht op deze professionals. Een puzzel die zowel inhoudelijk, organisatorisch als HRM is. Alleen met deze scherpte krijgen we deze puzzel gelegd, in de praktijk, stap-voor-stap. En sterft de bodemprofessional van de toekomst uit nog voordat hij geboren is.
Rik en ik zijn alvast begonnen.

Dr. ir. Geert Roovers is (parttime) lector Bodem en Ondergrond aan de Saxion hogeschool te Deventer, en senior-adviseur bij Antea Group.

Linkedin

Reageren op deze column kan hier: Facebook