Onlangs kwamen uit Brussel sublieme ideeën die moeten leiden tot het verbeteren van de bodemkwaliteit in de lidstaten. Het gaat om onderzoek, innovatie, onderwijs en opleiding, investeringen en het demonstreren van goede praktijkvoorbeelden. Er is heel veel geld mee gemoeid. De denktank die de ideeën heeft geformuleerd noemt de na te streven bodem een gezonde bodem. Is dat de beste naam voor dit belangrijke onderwerp? (Theo Edelman, 5 oktober)

Foto Theov3Eind jaren zeventig en begin jaren tachtig van de vorige eeuw vonden er in de Tweede Kamer met regelmaat discussies plaats over de destijds toekomstige Wet bodembescherming. Er gingen stemmen op om daarbij de multifunctionele bodem als uitgangspunt te nemen. De multifunctionele bodem was geschikt voor vele functies. Dat was handig in een dichtbevolkt land, met vele wisselingen in bodemgebruik. Deze discussie is geleidelijk verzand. Sommigen dachten dat de bodems voortaan voor alle functies geschikt zouden moeten zijn, in plaats van voor vele functies. Dat ging hun te ver. Ook binnen landbouwkringen had men hier weinig mee op, uit angst de goede naam voor agrarische producten uit Nederland te bezoedelen als bleek dat die van verontreinigde grond afkomstig waren. Het begrip multifunctionaliteit verengde zich tot de kring van bodemsaneerders. Het kreeg een chemische lading.

Kort na de eeuwwisseling publiceerden Peter Doelman en Herman Eijsackers het boek Vital Soil. Daarin benaderden onderzoekers de kwaliteit van de bodem vooral vanuit biologisch perspectief. Voor veel beleidsmensen was deze bredere benadering, met veel oog voor het bodemleven, een gamechanger. Sindsdien spreken velen in Nederland over de vitale bodem. Volgens het Bodemnetwerk Brabant is een vitale bodem schoon, vruchtbaar, gezond en vol leven. Een vitale bodem is bestand tegen veel regen, periodes van droogte en klimaatverandering. De bodem verbetert de kwaliteit van oppervlaktewater en slaat kooldioxide op.

Onlangs hebben topexperts voorstellen gedaan voor een groener, gezonder en veerkrachtiger Europa. Daarbij is veel aandacht aan de Europese bodem besteed. Als doelstelling is gelanceerd dat in 2030 minstens driekwart van de Europese bodems gezond is in relatie tot voedsel, mensen, natuur en klimaat. Binnen Europa gaat het dus over de gezonde bodem. De kwaliteit wordt evenals bij het begrip vitale bodem niet alleen vanuit de landbouw bezien, maar ook in relatie tot de biodiversiteit en het vermogen om koolstof vast te leggen. Eigenlijk een multifunctionele bodem dus. Ditmaal niet zozeer vanwege functiewisselingen, maar van gelijktijdige diensten van de bodem.

Welke naam zouden we moeten kiezen voor de zo begerenswaardige kwaliteitsbodem? Een naam is best belangrijk in deze tijd van influencers. Niet alleen de inhoud van het beleid, maar ook de verpakking daarvan is van belang. Welke naam doet recht aan het onderwerp en zal beklijven bij bodemkundigen, grondgebruikers en alle mensen die belang hebben bij bodemdiensten? 

Het woord multifunctionaliteit valt wat mij betreft af. Het doet sommige betrokkenen van destijds rillen, wegens de volgens hen nodeloze strengheid bij het saneren van de bodem. We zouden kunnen kiezen tussen de overgebleven kandidaten vitaliteit en gezondheid.
Ik wil een lans breken voor de term vitaliteit. In het woordenboek vinden we als uitleg voor dit begrip onder meer levenskracht, levendigheid, energie, bezieling en dynamiek. Wat wil je nog meer? De combinatie vitaal en bodem is sinds de publicatie van Doelman en Eijsackers een begrip. Bovendien zijn in Nederland verschillende initiatieven ontstaan onder het motto Vitale bodem. Vitaliteit vind ik meer omvattend dan gezondheid, het klinkt ook krachtiger. En bij gezondheid kom je misschien op het idee om een medicijn toe te dienen als de patiënt ziek is. Of dat de bodem te saneren is. Saneren betekent immers ook gezond maken? Op grote schaal is dat echt onbegonnen werk.

Ik ben benieuwd of de lezers van deze Nieuwsbrief hierover een mening hebben. Als dat zo is kunnen we de resultaten doorgeven aan oud-minister Cees Veerman en emeritus hoogleraar Johan Bouma, de twee Nederlandse experts die hebben meegewerkt aan het advies voor de Europese Unie.

20201005 Column Theo Vitale Bodem

Theo Edelman

Website

Facebook

Twitter

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn