Onlangs heeft de minister van BZK de Eerste Kamer en Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van de Omgevingswet. In deze brief heeft ze 5 minimale eisen geformuleerd voor inwerkingtreding van de Omgevingswet. Deze criteria zijn: de omgevingsvisies van Rijk en provincies moeten af zijn, de provincies hebben hun omgevingsverordening gereed, decentrale overheden kunnen werken met projectbesluiten, gemeenten kunnen hun omgevingsplan wijzigen en vergunningen en meldingen kunnen ontvangen en in behandeling nemen. In de brief schrijft de minister dat weliswaar nog niet alles af is maar dat 1 juli 2022 haalbaar moet zijn. Maar zijn we er met zijn allen dan ook echt klaar voor? (Peter van Mullekom, 8 november)

20200921 Peter van Mullekom Column

  • Omdat deze column over de bodem gaat wil ik me beperken tot wat indrukken die ik heb uit het bodemwerkveld. Niet alleen de overheid moet er klaar voor zijn maar ook iedereen die bij de inrichting van de leefomgeving betrokken is. Als voorwaarde voor een succesvolle inwerkingtreding van de Omgevingswet wil ik graag een aantal aanvullende criteria formuleren:
    • Kennen we voldoende, en doorgronden we die ook, de regels die het Rijk heeft gesteld in het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving voor de bodem?
    • Is voldoende duidelijk dat ondanks de Rijksregels en de bruidsschat er veel beleid (bodemsanering en toepassen van grond en bagger) bestond wat straks niet meer geregeld is?
    • Is het Digitaal Stelsel Omgevingswet op tijd ingericht voor het melden van milieubelastende activiteiten en wateractiviteiten. Hebben de provincies, waterschappen en gemeenten daar hun decentrale toepasbare regels op tijd aan toegevoegd?

Daarnaast vraagt de Omgevingswet van de overheid een andere manier van denken en een andere houding ten opzichte van initiatiefnemers. De overheid moet ontwikkelingen mogelijk maken, vanzelfsprekend binnen grenzen en zeker met aandacht voor de bescherming van het milieu. Maar gaat dat niet doorslaan in teveel lokale regels die strenger zijn dan het Rijksbeleid? Als overheid moet je bij het bedenken van regels werken naar doelmatige en effectieve oplossingen. Je moet je steeds afvragen of deze regels nu wel echt nodig zijn ter bescherming van het milieu en niet andere maatschappelijke opgaven in de weg staan of onnodig duurder maken.

Werkzaamheden in de bodem en de regels die daarop van toepassing zijn vragen overigens een andere mindset van ons allen. Een aantal voorbeelden: daar waar we gewend waren om alles wat maar enigszins verdacht was op bodemverontreiniging te moeten onderzoeken en werkzaamheden in ernstig verontreinigde bodem saneren te noemen, wordt dat onder de Omgevingswet heel anders. Een belangrijke voorwaarde voor anders denken is dat je de nieuwe regels goed kent en doorgrond. Zowel de publieke sector als de private sector zijn wat mij betreft nog lang niet zo ver.

Wat het extra complex gaat maken zijn de regionale en lokale afwijkingen op de Rijksregels. Nu al zichtbaar zijn de extreme verschillen tussen de provincies die zeer uiteenlopende regels hebben gesteld in hun verordening voor werkzaamheden in bodem en grondwater. Het is nog even afwachten wat gemeenten gaan doen, al zijn de voortekenen ongunstig. Veel gemeenten zullen beleidsneutraal als uitgangspunt hanteren en dat betekent dus dat er weinig verandert. Daar mee zijn we weer terug bij af en komt de oorspronkelijke doelstelling van de Omgevingswet 'eenvoudiger en beter' sterk onder druk te staan. Laten we met zijn allen verstandig omgaan met het formuleren van bodembeleid.

En nog even op de zelf geformuleerde criteria terug te komen. Zijn we er op tijd klaar voor? Ik denk het nog niet. Veel gemeenten en omgevingsdiensten zijn maar net begonnen kennis te nemen van de nieuwe rijksregels en ook veel marktpartijen die straks meldingen moeten doen of vergunningen moeten aanvragen, weten nog te weinig van wat er allemaal verandert. Kennisnemen van de nieuwe regels is een belangrijke voorwaarde. Maar nog belangrijker is daarbij de bril van de Omgevingswet op te zetten. Dan pas kan sprake zijn van een succesvolle implementatie.

20211108 Column Peter

 

Peter van Mullekom

Voorzitter Vereniging Kwaliteitsborging Bodembeheer

LinkedIn

Reageren op deze column kan hier:   LinkedIn