Het RIVM vindt dat bodemnormen ongeschikt zijn voor het beoordelen van thermisch gereinigde grond. Eerder dit jaar trok ik dezelfde conclusie in een rapport over thermisch gereinigde grond in een dijk in de Perkpolder. De tijdelijke minister van Infrastructuur en Milieuhygiëne heeft de conclusies omarmd. Hij heeft het rijksinstituut opdracht gegeven te onderzoeken of de bestaande normstelling voor grond en bouwstoffen moet worden aangepast. (Theo Edelman, 15 november)

Foto Theov3Dat de bodemnormen ongeschikt zijn voor het beoordelen van thermisch gereinigde grond is niet zo moeilijk te begrijpen. Het heeft te maken met de aanwezigheid van vliegas en de voor grond vastgestelde emissiewaarde. In veel partijen thermisch gereinigde grond is vliegas aanwezig. Dat was ooit onderdeel van asfalt. Dat wordt in Nederland net zoals verontreinigde grond thermisch gereinigd. Het eindproduct daarvan mag grond worden genoemd. Het bestaat uit stenen, zand, vliegas en kalk. Vliegas heeft wat betreft vorm, samenstelling en uitloging totaal andere eigenschappen dan gronddeeltjes. Als de emissiewaarde in een partij grond niet wordt overschreden, hoef je geen uitloogonderzoek te doen. De emissiewaarde is gebaseerd op de eigenschappen van grond en steenachtige bouwstoffen. Als je diezelfde emissiewaarde toepast op een mengsel van grond met vliegas, gaat het mis. Zo valt te verklaren dat thermisch gereinigde grond wel kan voldoen aan de emissiewaarde, maar toch buitensporig uitloogt.

De milieuminister heeft het RIVM opgedragen een ‘fundamentele herziening van het normenkader bodem en grondwater’ te verkennen. Op dit moment wordt gewerkt met drie scenario’s: actualiseren, moderniseren en herzien. Actualiseren betreft het aanvullen van de huidige bodemnormen aan de hand van wetenschappelijke inzichten. Moderniseren is het aanpassen van de bodemnormen op hun samenhang met maatschappelijke opgaven. En herzien betekent een nieuwe normering waarbij gekeken wordt vanuit de omgevingswaarden voor gebieden. Ik hoop dat alle scenario’s evenveel kans krijgen en dat het uitroepen van drie scenario’s geen dekmantel is om het middelste scenario te kiezen. Ik was vereerd met de uitnodiging om na te denken over het scenario actualiseren.

Voor alle scenario’s heb ik nog wel een goede raad. Wat de uitkomst ook zal worden, maak de normstelling meer poka yoke. Ik hoor je al zeggen: meer wat? Dat ga ik uitleggen.

Ik vind het opvallend dat adviseurs, aannemers, auditors, columnisten, grondreinigers, handhavers, inspecteurs, onderzoekers, opdrachtgevers en vergunningverleners never nooit niet gewezen hebben op de aanwezigheid van vliegas in thermisch gereinigde grond en daarbij hebben verteld dat ons normstelsel daarop niet is ingericht. Daarom zou ik willen dat de normen meer poka yoke worden. Dat is een Japanse uitdrukking die veel in de Amerikaanse literatuur wordt gebruikt. Het is een equivalent voor idiot proof, monkey proof en foolproof. Het klinkt wat vriendelijker. Duitsers gebruiken hiervoor het woord Narrenfest. In het Nederlands bestaat hier geen woord voor. Daarom wordt vaak een van de Engelstalige termen gebruikt. Ik haak het liefst aan bij het Japanse begrip. Het is weer eens wat anders dan karaoke, sushi en bokashi.

Een andere benadering zou zijn om te kiezen voor het scenario actualiseren en het gebruik van de normen aan erkende deskundigen over te laten. Als er daar te weinig van zijn kun je ze opleiden. In de beoordelingsrichtlijnen kunnen daarvoor eisen worden geformuleerd.
Wat vinden de lezers hiervan?

20211115 Column Theo

 

 

 

 

 

 

Theo Edelman

Website

Facebook

Twitter

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn