In mijn jeugdjaren ging ik wel eens samen met mijn vader zeevissen vanaf het vaste land langs de Friese kust. Grote glibberige rode zeepieren werden eerst bij eb uit de drooggevallen zeebodem gestoken en dienden vervolgens als visaas. Met een flink stuk zeelood en meerdere haken aan dezelfde lijn werden de pieren bij hoog water ver langs de zeekust uitgezet met een werphengel. Dan maar wachten tot de hengeltop uitsloeg. Zo werden meestal enkele platvissen gevangen, zoals tong, schar of bot. Echte bodemvissen die door hun platte vorm uitstekend in staat zijn om op de zanderige brakke zeebodem van de Waddenzee te leven. Dat was altijd weer een hele belevenis en nadien smakelijk bovendien. (Doede Machiela, 28 maart)

Foto Doede MachielaIk realiseer me nu dat we ons op een echt unieke plek bevonden. Niet voor het oog zichtbaar heeft zich miljoenen jaren geleden op deze plek een dikke zoutlaag gevormd. Kilometers diep bevindt zich een stroperige laag steenzout (haliet) van een zuivere kwaliteit. Na ruim 20 jaar zoutwinning onder het vaste land van Noordwest Fryslân is dat recent definitief beëindigd en is de winning verplaatst onder zee. Ook heeft langs deze nu strakke kustlijn het land zich ontwikkeld vanwege de eeuwenlange strijd tegen het zeewater. Dat is zichtbaar terug te zien in het landschap, met terpen, dijken, polders en kwelders. Met de zeedijk als grote fysieke barrière tussen het zoete oppervlaktewatersysteem op het vaste land en het zoute zeewater. Zoet en zoutwater ogenschijnlijk volledig en veilig van elkaar gescheiden. Alleen bij situaties met een overschot aan oppervlaktewater in de boezem of in de polder wordt dat overtollige zoete water via spuien of pompen rechtstreeks op zee geloosd. Dat terwijl het besef ook steeds groter wordt dat zoet en zout elkaar van nature ook echt nodig hebben. Zo is het brakke ecosysteem in de Waddenzee gebaat bij zoet water.

Ondanks de harde barrière tussen land en zee trekt het zoute grondwater zich daar niets van aan. De afgelopen decennia is duidelijk geworden dat in de kustzone het zoute grondwater via diepe ondergrondse lagen langzaam steeds verder landinwaarts stroomt. In het zeekleigebied komt het zoute grondwater soms op plekken ook als kwel naar boven toe. De zoetwaterlens in het bovenste deel van de bodem wordt daardoor beïnvloed en het chloridegehalte in de grond neemt toe. Op welke wijze het complexe grondwatermodel op regionaal niveau functioneert, wordt steeds beter duidelijk. Tegelijkertijd is dat zeker maatschappelijk relevant en specifiek op perceel niveau voor de agrarische sector die afhankelijk is van het zoetwater voor een optimale gewasteelt. Niet voor niets groeit de brede aandacht voor verzilting en is men steeds meer bereid te participeren in kennisopbouw en onderzoeken.

Duurzaam bodembeheer is wezenlijk voor het versterken van het benutten van de veerkracht van het natuurlijk aanwezige systeem. Zo heeft de bodem van nature het vermogen om zichzelf te reinigen, dragen ecosystemen bij aan de kwaliteit en is een vitale bodem beter in staat om zoet water langer vast te houden. Bovendien is duidelijk dat ook de samenwerking met waterbeheer daarbij onmisbaar is. En de natuur is in enige mate ook al tolerant. Zo hebben suikerbieten, bedoeld voor het zoet, volgens onderzoek onder agrarische gewassen de hoogste zouttolerantie en hebben zowel zoet- als zoutwatervissen een zoutgehalte in bloed om de waterhuishouding goed te regelen. Sommige trekkende vissoorten, zoals paling, hebben zelfs zowel zoute als zoete omstandigheden nodig om te kunnen overleven.

Geweldig hoe de natuur in staat is om te gaan met wisselende omstandigheden. Gelukkig is nu over de noodzaak van vismigratie veel meer bekend. Langs de kustzone wordt daar volop aandacht aan besteed bij nieuwe ontwikkelingen en plannen. Met technische ingrepen worden vissen die daar van afhankelijk zijn in staat gesteld om de barrière tussen zoet en zout gemakkelijker te kunnen passeren. Dat is uiteindelijk goed voor het behoud van het totale ecosysteem.

Doet mij ineens weer realiseren die heerlijke smaak van gebakken platvis of gerookte paling. Toch maar weer eens bekijken in welke staat het vismateriaal verkeerd, om binnenkort te gaan vissen op die unieke plek langs de zeedijk. Of anders misschien aankomende zaterdagmiddag om eerst mee te beginnen weer eens zoute haring happen bij de viskar in het dorp.

20220328 Column Doede

 

 

 

 

 

 

 

 

Doede Machiela

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn