Er dreigde weer flinke paniek dit voorjaar, omdat er nauwelijks neerslag viel. Het watertekort liep snel op en leek weer alle records te breken. Boeren keken bezorgd naar hun droge akkers, waar de jonge gewassen wel opkwamen maar nauwelijks groeiden. En dat gold ook voor mijn wilgenstekken, deze winter geplant op de Hennipgaarde bij Zevenhuizen. Ze hadden alleen enkele groene blaadjes. (Anton Roeloffzen, 8 juni)

Foto Anton 16feb10

Sinds half mei is de situatie drastisch veranderd. Tot opluchting van iedereen regende het van tijd tot tijd flink en we hadden een van de natste Pinksterdagen in jaren. Het was in delen van Brabant en Overijssel zelfs teveel van het goede; straten liepen onder omdat de riolen het water niet tijdig konden afvoeren.

En zie, alles spuit sindsdien uit de grond. Toch zijn er nog plekken in ons land, waar aanvullend is beregend. Wat opvalt is dat dit op een relatief inefficiënte manier wordt gedaan. Met tractoren worden de pompen aangedreven, die het water met een grote boog over het land spuiten, niet alleen in de nacht, maar ook overdag in de brandende zon. Daarbij gaat veel kostbaar water, vaak grondwater, door verdamping verloren.

Diverse akkerbouwers pakken het al anders aan. Ze beregenen de jonge planten door met een tankwagen met regenboom tussen de rijen planten door te gaan. Nog beter pakken boeren het aan bij de brouwerij van Bavaria. Zij brengen sinds 2017 gezuiverd afvalwater van deze brouwerij via ondergrondse drainagebuizen in de bodem tot de grondwaterstand in de percelen hoog genoeg is voor het gewas om dit te kunnen bereiken. Zij zijn hiermee optimaal beschermd tegen de droge periodes, waar we al jaarlijks mee te maken hebben.

Dan weer teveel, dan weer te weinig water. Het gevolg van waarschijnlijk een blijvende verandering van het klimaat, waar we mee om moeten leren gaan. Zaak is het overtollige water in natte periodes zoveel mogelijk te bergen in de bodem, sloten, beken en rivieren en meren, zodat we dit kunnen benutten als compensatie voor het neerslagtekort. Deels gebeurt dit al; de waterstanden in het IJssel- en Markermeer worden in het voorjaar verhoogd en de waterschappen op de hoge zandgronden houden in de winter zoveel mogelijk water vast door stuwen te verhogen. En rechtgetrokken beken worden hermeanderd.

Meer overtollig water teruggeven aan de bodem, in casu het grondwater, leidt wel tot een nieuw probleem. Niet alle vervuilende stoffen, PFAS en medicijnresten bijvoorbeeld, kunnen uit het afvalwater worden verwijderd. Willen we dat wel in de bodem en het grondwater toelaten? Niet voor niets speelt dit bij de ontpoldering van de Hedwigepolder, die men wil uitstellen tot de PFAS-concentraties in de Westerschelde naar veel lagere niveaus zijn teruggebracht.

Wel schoon en goed herbruikbaar is het regenwater dat op daken valt. Het gaat om enorme hoeveelheden water, waarmee de boeren rond de steden geholpen kunnen worden, hetzij door dit water in de bodem te infiltreren, hetzij door dit te leveren aan boeren vanuit de stad. Of door het water te benutten voor de was en als toiletspoeling, zodat het drinkwatergebruik flink afneemt.
Kassenbedrijven doen dit al. Ze vangen het water van de kasdaken op voor hun gewassen.

Nog beter zuiveren van afvalwater, gescheiden rioolstelsels en/of afkoppelen van daken is nodig, zodat meer water beschikbaar komt voor de landbouw in droge perioden. Een mooie uitdaging, vooral in zandig Nederland.

20220608 Column Anton

Anton Roeloffzen

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn