Als ik dit schrijf, maandagmiddag in Rotterdam, is het een bloedhete zomerdag in Nederland met een fel schijnende zon aan een strak blauwe hemel. Ook hier in Rotterdam is het al 30 graden, ondanks een briesje uit het westen vanuit zee. Binnen is het met 25 graden nog goed te doen als je niet te actief bent. Maar in de binnenstad, in straten zonder bomen, is het ongetwijfeld veel heter. En zulke straten zijn er nog volop in Rotterdam en andere steden ondanks alle gemeentelijke vergroeningsinitiatieven. (Anton Roeloffzen, 1 juli)

In mijn straat ben ik gezegend met grote loofbomen, die nu veel verkoeling bieden. Ze verdampen veel grondwater. Dankzij de opwaartse kwel van 1 á 2 mm/dag in de diepe droogmakerij Prins Alexander is dat er voldoende. De bomen houden ook de zon tegen, die anders via het raam mijn woonkamer sterk zou opwarmen op een dag als deze. In de winter zijn deze bomen kaal zodat de zonnewarmte juist mijn huis in komt. Ideaal nietwaar.
Ook in de achtertuin heb ik bomen staan, maar wel van een bescheidener formaat. Ook deze brengen de nodige verkoeling, evenals de vijver in mijn achtertuin. Helaas hebben bijna alle buren bijna alleen maar stenen en tegels in de achtertuin liggen, zodat in mijn achtertuin het verkoelend effect beperkt is. Maar er vliegen nu wel volop vlinders en andere insecten in het rond, die profiteren van alle bloeiende planten in de vijver en de bodem eromheen. Zojuist de eerste Gehakkelde aurelia in de tuin gezien en gisteren een Boomblauwtje, naast de Kleine en Grote koolwitjes die nu dagelijks in mijn tuin vertoeven.
Code oranje is nu van kracht, maar met 72 jaar behoor ik nog niet tot de risicogroep. Veel water drinken, verkoeling zoeken en rustig aandoen is het devies. Toch liggen de stranden nu waarschijnlijk vol met mensen, die juist de hitte lijken te prefereren en een bruin kleurtje willen opdoen. Waarschijnlijk is het daar, met een frisse zeebries en een minder hoge temperatuur, beter uit te houden dan in de steentuinen en slecht geïsoleerde woningen in de binnenstad. Want daar ligt de temperatuur ongetwijfeld boven de 30 graden en waait het nauwelijks.
De planten in mijn achtertuin hebben nog geen waterproblemen, ondanks het droge weer van de afgelopen maanden. Door het juiste grondbeheer – alle tuinafval gaat terug op de bodem – is het humusgehalte in de bodem hoog. En vanwege de ligging op het noorden schijnt de zon maar een beperkt deel van de dag in de achtertuin.
Zelfs de planten in de voortuin, groeiend op humusarm ontzilt zeezand, geven geen krimp. Ze houden van zandgrond en zijn op droogte en zon ingesteld.
Wel heb ik de vijver moeten bijvullen, want daar zakte de waterstand echt teveel. En mijn potplanten moet ik natuurlijk ook water geven, anders overleven ze de droogte en hitte niet. Het lopen met gieters nemen we dan maar voor lief.
Gelukkig is er nog water genoeg in de spaarbekkens in de Biesbosch en ook de poldersloten en -singels kunnen hier nog van voldoende water worden voorzien. Dat is op de hoge zandgronden wel anders. Daar begint de deze winter opgebouwde grondwatervoorraad op te raken en dreigen beken en vennen uit te drogen. Hier moet nu zuinig omgegaan worden met water. Niet alleen door de stedelingen, maar ook door de boeren. Sproei dus alleen als het echt nodig is, altijd in de avond en niet met sproeiers door de lucht. Want dan verdampt de helft voordat het bodem bereikt.
Pluk de dag en geniet van de mooie zomerdagen, want voor je het weet is het al weer voorbij. Al zijn we tot nu toe dit jaar wel erg verwend. En verwen de bodem gedurende het gehele jaar met compost en snoeiafval, want die moet nu de droogte compenseren en helpen de hittestress te beperken. Dus hup, die tegels de tuin uit en plantjes erin. Doe dit dan wel in het najaar, winter of voorjaar, want een hete zomer is hiervoor niet geschikt.

20240910 Column Anton

Anton Roeloffzen

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn