De bodem van Nederland bestaat voor het overgrote deel uit sediment. Dat maakt het vergeleken met het buitenland gemakkelijk om in de aarde te wroeten. Ook is het eenvoudig om telefoonlijnen en leidingen onder de grond aan te brengen. Dat is dan ook op grote schaal gebeurd. Er ligt maar liefst 1,7 miljoen kilometer aan leidingen onder de grond (Theo Edelman, 5 juni).

Als je in Nederlandse grond gaat graven is de kans op het treffen van een leiding dus best groot. Daar weten ze in Apeldoorn alles van. Daar zetelt immers het Kadaster, dat in opdracht van twee ministeries de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten uitvoert en de informatieverstrekking over de ligging van kabels en leidingen faciliteert. Beheerders van kabel- en leidingennetten informeren het Kadaster over de ligging daarvan, gravers melden hun activiteiten aan het Kadaster en het Kadaster informeert op zijn beurt de graver. Hoe moeilijk kan het zijn?Foto_Theov3

Toch ging het mis, uitgerekend in Apeldoorn. Afgelopen vrijdag probeerde Vitens een waterleiding te herstellen en raakte daarbij een gasleiding. Daarbij kwam er water en zand in de gasleiding. Die werd gelukkig snel afgesloten. Sindsdien zitten 1266 huishoudens zonder gas. Het moet voor Vitens een bizar scenario zijn. Het bedrijf maakt zich terecht zorgen over de gevolgen van gasboringen voor de watervoorziening. Wie had ooit kunnen denken dat de watervoorziening gevolgen zou hebben voor de gasleverantie?

De media besteden vooral aandacht aan het wel en wee van de bewoners. Die lijken alles lijdzaam te ondergaan, vermoedelijk door de niet kinderachtige schadevergoeding. Ik las nog nergens enige kritiek op de wettelijke regeling en op het toezicht daarop. Waarom ging het hier fout? Deugde de informatie bij het Kadaster niet? Is die verkeerd doorgegeven aan Vitens? Heeft Vitens de informatie ter harte genomen?

Ik denk dat het Kadaster daarbij kan leren van de Nederlandse Spoorwegen. Daar is de lengte van het leidingennet per oppervlakte-eenheid ongetwijfeld nog groter dan gemiddeld in Nederland. Men heeft daar prima regelingen voor het wroeten in de bodem. Dat kost uiteraard tijd en geld, maar dat is altijd minder dan de problemen achteraf oplossen.

Op dit moment wordt met camera's onderzocht of de gasleidingen vrij zijn van water en zand. Dat kan gerust innovatief worden genoemd. Misschien helpt het als gravers in stedelijk gebied voor alle zekerheid ook preventief wat innovatiever te werk gaan, bijvoorbeeld door standaard met grondradarapparatuur te werken.

Je zou zeker in Apeldoorn verwachten dat Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven onmiddellijk ter plaatse zou zijn geweest om voor de journaalcamera's een diepgaand onderzoek aan te kondigen. Niet dus. Dat lijkt mij van groot belang, al was het maar om de wettelijke regeling en de uitvoeringspraktijk eens goed te evalueren. Gemiddeld ligt op elke vierkante meter van de Nederlandse bodem 5 centimeter leiding. Dat is nogal wat! Ik stel me hierbij kandidaat om Professor Van Vollenhoven te assisteren.

Theo Edelman (Bodemkundig Adviesbureau Edelman)

Website

Facebook

Twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup