De zomervakantie ligt inmiddels achter ons. Elk jaar ga ik in de zomervakantie een paar dagen fietsen. Alleen. Even loskomen van alledag. Een paar dagen weinig zeggen. Een paar dagen mezelf goed inspannen. Een paar dagen nadenken over de context waarin ik leef. Als ik een paar dagen alleen fiets, komt het besef scherp naar voren hoe gelukkig en bevoorrecht ik ben. Hoe lief ik mijn familie en vrienden vind. Hoe mooi mijn werk is. Wat me te doen staat. Grappig dat ik in een eerdere column las over het aarden, "earthing" als weg naar geluk. Ik heb het juist over loskomen. Misschien heeft het met elkaar te maken (Gerd de Kruif, 11 september).

Fietsend ben ik in een paar jaar naar Berlijn en Bazel gegaan. Nu ben ik op weg naar Santiago de Compostella. Dat is een meerjarenplan. Ik ben nu van Foto_Gerd_de_Kruif3Doornik/Tournai naar Chartres gefietst. Wat is Frankrijk dan groot, dunbevolkt en agrarisch. Een goed landschap om in een benevelend ritme doorheen te gaan. Het viel me weer op hoe de ondergrond het leven bepaalt. Wat wordt verbouwd, waar wordt gewoond, waar wordt gewerkt. De oude mijnbouwdorpjes bij Lille, de graanvlakten, de kathedralen op hoge heuvels. Door fietsend het landschap doorkruisen, zie je scherp de geaardheid. In Nederland is dat natuurlijk niet anders. Overigens is onderweg ook genoeg ellende te zien. Monocultuur, weinig natuur, verrommeling en verontreiniging. Er is nog veel te doen.

Fietsend komt als vanzelf muziek bij me naar boven. Zoals Jan – in zijn column van 16 juli – dan denkt aan muziek van Primus, Midnight Oil of Jeremy Newton-John (is die laatste de depressieve broer van Olivia?), is het bij mij tegenwoordig ook klassiek. Bodem komt daarbij via een omweggetje ook aan de beurt. In Noord Frankrijk komt als eerste rare onbekende barokke Franse house bij mij in gedachten: Marin Marais, sonnerie de Sainte Geneviève du Mont-de–Paris. Deze is me toevallig eens aangeraden. Daarvan kun je in een mooi fietsritme komen. Daarna komt snel "the Lark ascending" van Vaughn Williams in gedachten. Gewoon, omdat je in Noord Frankrijk zoveel veldleeuweriken hoort. Dit is muziek die ik veilig kan aanraden. De Britten hebben dit stuk laatst verkozen tot de allermooiste klassieke muziek ooit. Daar komt vermoed ik enig chauvinisme bij kijken, maar mooi is het en je komt er mooi bij los. Bij die graanvlakten en zingende leeuweriken zie je altijd klaprozen. Klaprozen groeien op omgewoelde grond. Voor Britten het teken om de oorlogsdoden te herinneren. Een mooie bodemsymboliek die ik gelijk associeer met de Eerste Wereldoorlog. Voor mij de meest verschrikkelijke en onbegrijpelijke oorlog. Op een gegeven moment kom je overal monumenten en begraafplaatsen tegen. Als je dan die leeftijden op de graven ziet. Hartverscheurend. Dan komt bij mij vanzelf Dido's Lament van Purcell in gedachten: when I am laid in earth. In de bodem....... inderdaad.

Gerd de Kruif (Rijkswaterstaat Leefomgeving)

Website

Linkedin

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup