Het is niet makkelijk om mijn kinderen precies uit te leggen wat voor werk ik doe. Ik vermoed dat veel mensen dit wel herkennen. Zeker als je als ambtenaar voor "het algemeen belang" werkt, zijn de concrete resultaten van je werk niet altijd makkelijk te leggen. Wat gebeurt er dan in de ondergrond? Wat is er belangrijk aan? Hoe werken partijen samen? Hoe kijk je verder vooruit? Hoe leg ik dat uit. Je wilt de ondergrond concreet beschermen en verbeteren, maar de wereld zit anderzijds niet digitaal in elkaar. Wat echt telt is niet altijd te meten. Dat snappen boekhouders en kinderen nog niet zo snel (Gerd de Kruif, 9 oktober).
Dan is het mooi dat er een landelijke dag van de bodembeleving is. Op 6 september vond deze plaats. Er was een prachtige locatie voor gekozen: bij het watermuseum in het park Sonsbeek in Arnhem. Ik ben er
met vrouw en kinderen op uit gegaan. Op een zondag, dat schijnt tegenwoordig normaal te zijn. Het was een mooie dag waarin veel te doen was, waarin je op blote voeten over de bodem kon lopen, je een collega met auto'tjes en zand een sanering zag naspelen, waar Jonathan Karpathios met passie de invloed van bodem op voedsel roemde, waarin een humusbox aan de wethouder werd aangeboden, waarin er een zandtekenaar was, waarin de VKB bodemtechnieken toonde en nog heel veel meer en concreet, met excuus voor de onvolledigheid. Ik was geïnspireerd door deze dag, maar meer nog, mijn kinderen vonden het mooi en waren meer dan ooit geïnteresseerd in wat er in onze ondergrond gebeurt. Dat is een niet te onderschatten opbrengst van de dag, waarvoor ik dubbel dankbaar ben. Snappen ze een beetje beter waar ik het voor doe.
Gerd de Kruif (Rijkswaterstaat Leefomgeving)
Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup
