Op 2 maart verscheen het rapport "Lessen na Odfjell" van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (Paul de Reus, 23 maart).

'Odfjell' is een olieterminal die in 2012 werd de stilgelegd vanwege een slechte veiligheidssituatie en -organisatie. In 2013 schreef de OvV een rapport met conclusies en aanbevelingen voor verbetering van de veiligheid bij Brzo-bedrijven. In het recente rapport wordt beschreven hoe is omgegaan met aanbevingen van de raad uit 2013.

Een aantal van de aanbevelingen gaat over Informatiedeling. Mooi woord: geen data maar informatie. Geen uitwisseling maar deling. De raad constateert echter dat de informatiedeling niet van de grond is gekomen. Er is terughoudendheid bij bedrijven en de overheid kan niet aangeven welke informatie zij wenst te ontvangen. De raad zegt: "Er is een externe prikkel nodig om de impasse te doorbreken." Dat is een keihard oordeel: De raad acht het uitgesloten dat partijen dit zelf kunnen regelen, ook niet bij verlenging van de speeltijd.Paul de Reus

Wat mij - vanuit mijn bodemachtergrond - opvalt, is dat bij deze milieu-informatie m.b.t. veiligheid geen beleidsmatige voorkeur wordt uitgesproken over de vorm van de informatie. De te delen informatie betreft handhavingsbesluiten en inspectierapporten. Oftewel: tekstbestanden, leesvoer. De narratieve benadering. In een voetnoot wordt nog gewezen op de wettelijke plicht om gegevens (ook?) via elektronische weg uit te wisselen, via de Inspectiedatabase. Ik heb geen idee wat de inhoud en structuur is van die database, en een deel van de beoogde gebruikers blijkens het rapport ook nog niet. In hoofdtekst gaat het er vooral om dat de handhavingsinformatie (beter) moet worden uitgewisseld in haar narratieve vorm.

Bij bodem is dat precies andersom: Een beleidsmatige wens (Verdrag van Aarhus) en een individueel burgerverzoek om begrijpelijke, narratieve bodeminformatie, wordt bij de beantwoording door overheden direct, en inmiddels zelfs weer onbewust vertaald, verengd, naar data.
Het tekstuele: de conclusies, interpretaties en aanbevelingen van de bodemrapporten wordt succesvol verzwegen en in de archieven van de back office gehouden. De moderne formule is Data + Legenda = Informatie. Bij een leeg dossier (geen info) levert Bodemloket volgens die formule toch 0 D +2 L = 2 pagina's 'informatie'.

De overeenkomst tussen Odfjell/Brzo en Bodem is dat de ontsluiting van informatie, in deeltijd, wordt beijverd vanuit de sector. De aansturing ligt bij mensen die inhoudelijk betrokken zijn bij de gegevens. Mensen die op andere dagdelen ook zelf producent zijn van milieuvergunningen, inspectierapporten en bodembeschikkingen. Mensen met veel verstand van hun onderdeel van 'milieu', maar met te weinig verstand van openbaarheid, Wob, document-ontsluiting en Aarhus En met te weinig tijd daarvoor.
Terwijl er binnen elke organisatie een gezamenlijke, servicegerichte dienst is die gaat over álle soorten archieven. Dat is de afdeling DIV, of Facilitair. Die Dienst scant al jaren alle inkomende en uitgaande post en zorgt dat die documenten vindbaar zijn via het Document management systeem.

Het wordt tijd om het toegankelijk maken van milieu-informatie uit de sectoren te trekken en neer te leggen bij de archiefbeheerders. Er is een externe prikkel nodig om de impasse te doorbreken.

Paul de Reus
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup

ÂÂÂ