Tot voor kort heb ik nooit de moeite genomen om stil te staan bij het gedachtegoed dat bekend staat onder de term ecomodernisme. Publicaties over een onlangs verschenen boek hierover, een aantal nieuwsberichten met ongezouten meningen en een discussieavond maakten mij nieuwsgierig. Het internet biedt gelukkig ruimschoots informatie. (Theo Edelman, 4 mei)

In 2015 verscheen het Ecomodernistisch Manifest. Dat werd ondertekend door vooral Amerikaanse wetenschappers. Opvallend is het bijna ongebreidelde geloof in het menselijke kunnen, de aanval op ander groen gedachtegoed en het pleidooi voor het intensiveren van landbouw, energieopwekking en wonen.

Voor de huidige geologische periode is de term Antropoceen bedacht. Ik zag die term altijd als een waarschuwing voor een te grote invloed van de mens op de leefomgeving. Ecomodernisten denken daar anders over, zij zien dit als een geuzennaam. Volgens het ecomodernisme kan de mens met verstandig toegepaste kennis en technologie voor een goed en zelfs een groots Antropoceen zorgen. Ik heb grote aarzelingen bij een ongebreideld vertrouwen in het probleemoplossende vermogen van de mens, die in zijn onnadenkendheid en onwetendheid juist heel veel problemen heeft veroorzaakt.

Ecomodernisten schuiven klassiek groen gedachtengoed zo goed als aan de kant. Het idee van de Club van Rome dat er grenzen zijn aan de groei, onder meer door het uitgeput raken van voorraden van bepaalde delfstoffen, zet men aan de kant. Ik vind dat hachelijk, bijvoorbeeld voor een stof als fosfaat die we nodig blijven hebben om gewassen te telen. Typerend is ook het gemak waarin het begrip duurzaamheid wordt afgeserveerd, bijvoorbeeld omdat milieuwinst op gespannen voet zou kunnen staan met armoedebestrijding. De kracht van het concept duurzaamheid ligt wat mij betreft juist in de mogelijkheid om de gevolgen van een voorstel voor People, Planet en Profit per situatie in plaats en tijd te kunnen afwegen.

Het concentreren en intensiveren van landbouw zou volgens het ecomodernisme meer ruimte bieden voor het ontwikkelen van de natuur en dus voor de biodiversiteit. Gentech, zo een typisch heilig huisje van de klassieke groenen, zou er mede voor kunnen zorgen dat de opbrengsten per oppervlakte-eenheid enorm zouden kunnen stijgen. Wat gentech betreft vind ik de klassiek groene opvattingen ook wat kort door de bocht. Onder strenge voorwaarden zou daarmee best winst kunnen worden behaald. Maar wat te denken van de extra hoeveelheid benodigde bestrijdingsmiddelen bij intensivering?Foto Theov3

Bij het intensiveren van energieopwekking denken ecomodernisten aan het overschakelen op kernenergie. Ook het opwekken van energie via wind en zon hoort bij het palet, maar de opslag van energie zou hier roet in het eten gooien. Ik heb nog geen ecomodernistische oplossing gezien voor de opslag van radioactief afval.

De bijdrage van de ecomodernisten aan een discussie over hoe het nu verder moet op deze planeet vind ik prima, al was het maar om mensen wakker te schudden en ingesleten patronen zichtbaar te maken. Ik ben benieuwd wat de lezers van de Nieuwsbrief van het ecomodernisme vinden.


Theo Edelman (Bodemkundig adviesbureau Edelman)

Website
Facebook
Twitter

Reageren op deze column kan hier: LinkedinGroup