In bodemland zijn we al jaren bezig de circulaire economie vorm te geven. Zoveel mogelijk wordt grond hergebruikt en als deze te vervuild is voor hergebruik, dan reinigen we deze zoveel mogelijk, zodat hergebruik van de gereinigde grond alsnog mogelijk is. Zo krijgt in Rotterdam jaarlijks meer dan 1 miljoen m3 grond uit allerlei bouw- en infrastructuurprojecten, van schoon tot sterk verontreinigd, alsnog een tweede leven. Nog maar enkele procenten van alle vrijkomende grond wordt gestort. We hebben ook regelgeving, die verantwoord hergebruik van grond mogelijk moet maken, het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit. Deze regelgeving regelt tevens het hergebruik van wat we zo mooi "secundaire bouwstoffen" noemen. Ook belangrijk voor het circulair maken van de samenleving, maar tegelijkertijd dreigen zo ook nieuwe milieuproblemen te ontstaan. (Anton Roeloffzen, 15 maart)

Dat het bedrijfsleven de circulaire economie omarmt, merken we in de praktijk van het bodembeheer dagelijks. Er worden steeds meer nieuwe toepassingen bedacht voor afvalstoffen, na te zijn "opgewerkt" als bouwstof. Maar zijn deze toepassingen wel altijd verantwoord?

foto Anton 2008

schuimglas AR

Een van de nieuwste "uitvindingen" is het zogenaamde schuimglas. Dit ontstaat door de afvalfractie van recycleglas in een hete lucht oven op de blazen tot een schuimige massa, zodat na afkoeling glasbrokken ontstaan, die zeer licht zijn (slechts 1,2 maal zo zwaar als water) omdat in de steenbrokken zeer veel luchtkamertjes aanwezig zijn. Een ideaal materiaal dus voor het ophogen en renoveren van straatcunetten in de zettingsgevoelige veenbodems van midden-Holland. In Hazerswoude-dorp loopt sinds eind 2006 een proef om na te gaan of het materiaal voldoende draagkracht heeft en of er niet teveel uitloging plaatsvindt van zware metalen naar de omliggende grond. Dit ondanks het feit dat uit kolomproeven bleek dat niet aan de emissiegrenswaarden van de Regeling bodemkwaliteit wordt voldaan. Maar dat vond de omgevingsdienst niet zo bezwaarlijk, want de kolomproef zou onvoldoende representatief zijn voor de praktijk en de omliggende grond is toch al verontreinigd. En er wordt gemonitord.

Ook met andere "secundaire bouwstoffen" waren er in het verleden al problemen, zoals recent met thermisch gereinigde grond en wat langer geleden met slakken uit verbrandingsinstallaties. Het bedrijfsleven probeert inmiddels de kwaliteit van deze bouwstoffen te verbeteren door aanpassing van de productieprocessen, in een aantal gevallen met succes.

Op Europees niveau woedt dezelfde discussie. Kunnen we plastic wel hergebruiken als er stoffen in zitten, die inmiddels verboden zijn? Denk hierbij aan broomhoudende brandvertragers (BDE) en weekmakers met mysterieuze namen als BBP en DEHP, verboden ftalaten dus. Een lastig dilemma!

We moeten proeven niet bij voorbaat uit de weg gaan om te bepalen of een nieuwe toepassing milieuverantwoord kan plaatsvinden, zonder echter de bedoeling van de regelgeving uit het oog te verliezen. Nieuwe stoffen bieden immers ook nieuwe kansen. Maar laten we dan wel voorkomen dat er nieuwe milieuproblemen ontstaan. Een mooie uitdaging voor de bodemsector.

Anton Roeloffzen
DCMR Milieudienst Rijnmond

Website

Reageren op deze column kan hier: LinkedinGroup