Bij het chemisch karakteriseren van verontreinigde bodems wordt al jarenlang gebruik gemaakt van een stoffenpakket. Dat is een goed onderbouwd lijstje met stoffen die vaak als verontreiniging voorkomen. Het stoffenpakket moet worden toegepast in situaties waarbij geen verdenking over bodemverontreiniging bestaat. (Theo Edelman, 24 mei)

Foto Theov3Bij het opstellen van second opinions over de kwaliteit van bodemonderzoek merk ik dat het stoffenpakket zonder specifieke uitbreiding ook vaak in verdachte situaties wordt toegepast. Dat is niet de bedoeling. Bij verdachte situaties moet in een vooronderzoek worden uitgezocht welke stoffen nog meer moeten worden geanalyseerd. Een bekend voorbeeld is DDT in voormalige boomgaarden.

In het waterbeheer wordt vaak gebruik gemaakt van bioassays. Daarmee controleert men of in het monster behalve de geanalyseerde en aangetoonde stoffen ook nog andere stoffen zitten die leiden tot schade aan organismen. En als dat zo is moet er nader onderzoek volgen.

Het lijkt mij de moeite waard te overdenken of bioassays moeten worden toegevoegd aan het analysepakket voor onverdachte situaties. Dat geeft extra zekerheid over de aan- of afwezigheid van andere dan de geanalyseerde stoffen.

Je weet immers maar nooit, met bedrijven die - nota bene met toestemming van de overheid - 'nieuwe' stoffen lozen waarvoor nog geen normen zijn, waarvan de onschadelijkheid nog niet is vastgesteld en die geen onderdeel zijn van een bestaand stoffenpakket.

Theo Edelman (Bodemkundig Adviesbureau Edelman)

Website

Facebook

Twitter

Reageren op deze column kan hier: LinkedinGroup