Het bodemleven en ook veel planten hebben het moeilijk. Al maanden, vooral de afgelopen maand, heeft het maar af en toe een beetje geregend en het neerslagtekort blijft maar groeien. Overal is de grond gortdroog, tenminste als er niet al flink gesproeid is.
Het grasveld voor het DCMR-kantoor is inmiddels veranderd in een bruine vlakte met hier en daar nog wat groene rozetten van droogteresistente plantjes als de herfstleeuwentand, net als in de duinen en op de Veluwe. Geen wonder op dat humusarme zand. (Anton Roeloffzen, 5 juli)

foto Anton 2008Hoewel ik ook nu mijn tuin geen water geef, geven de bomen en de meeste andere planten nog geen krimp. Ze groeien en bloeien volop, ondanks de droogte. In het humeuze zandige bodemprofiel weten ze blijkbaar toch nog voldoende water te vinden, waarschijnlijk deels afkomstig van het kwelwater uit de ondergrond. Dat voordeel heb je in een diepe droogmakerij op 6 meter beneden zeeniveau.
Zelfs de planten in mijn voortuin, groeiend in humus- en voedselarm zeezand, gaan vrolijk door. Toch handig als je de keuze van je planten hebt afgestemd op de soort grond.

Hoe anders vergaat het die arme hortensia's in de tuinen van mijn buren, die te vaak in goed ontwaterde tuingrond in de volle zon staan. Als ze niet besproeid worden, zijn ze nu wel op sterven na dood. Ze horen immers thuis op vochtige tot natte bosgrond in de halfschaduw. Op mijn volkstuin langs de sloot, waar de grond altijd vochtig is, doen ze het wel prima.

Alle potten, waarin mijn stekjes en zaailingen staan, hebben wel om de dag water nodig. En ook de vijver heb ik, noodgedwongen en tegen mijn principes in, moeten bijvullen met kraanwater. De waterstand was intussen wel erg laag. Niet ideaal, want het Rotterdamse drinkwater is eigenlijk veel te rijk aan fosfaat.

Het bodemleven komt in droge periodes als deze vrijwel tot stilstand. Regenwormen gaan in diapauze; opgerold en half ingedroogd wachten ze op nattere tijden. Ook slakken, emelten en bacterien doen nu weinig. Alleen bodeminsecten als springstaarten en mijten zijn nog wel actief, evenals vlinders en andere insecten. Tenminste, zolang ze niet teveel versteende tuinen tegenkomen in de stad.
Maar zodra het weer gaat regenen gaat al het bodemleven weer gewoon verder alsof er niets is gebeurd. De natuur red zich wel.

Intussen moeten we wel zuinig doen met water en alleen de tuin sproeien tussen 10.00 uur in de avond en 9.00 uur in de ochtend, omdat anders het leidingnet de vraag niet meer aan kan. En niet te vaak; geef een keer per week een flinke hoeveelheid. Dat laatste geldt ook voor de boeren, die nu overal volop beregenen om hun oogst te redden.

Eens temeer wordt nu duidelijk hoe belangrijk het is tuinplanten te kiezen, die aangepast zijn aan het bodemtype in de tuin. En verwen de grond van tijd tot tijd met (zelfgemaakte GTF-)compost en plantenresten, zoals snoeiafval en getrokken onkruid, zodat het humusgehalte van de grond op peil blijkt en daarmee ook het vermogen water vast te houden.

Anton Roeloffzen
DCMR Milieudienst Rijnmond

Website

Reageren op deze column kan hier: LinkedinGroup