Dat er ondergronds leven is, is nu goed te zien in mijn volkstuin. Op diverse plekken zijn molshopen te zien. Een goed teken; er zijn blijkbaar ruim voldoende wormen in de grond aanwezig om een mollenpaar en de al geboren jongen te voeden. En ze ploegen de bodem gratis om voor mij. Ik ben er dus blij mee. (Anton Roeloffzen, 6 april)

Foto Anton 16feb10

Nu zijn mollen meestal erg impopulair, niet alleen in tuinen, maar ook in sportvelden en golfbanen. Molshopen worden ontsierend en hinderlijk gevonden in een glad sportgrasveld en een nette traditionele tuin. Ze worden dan ook te vuur en zwaard bestreden door de beheerders van deze terreinen. Alleen in natuurgebieden, bosplantsoenen en ruige graslanden in parken worden ze getolereerd. Maar gelukkig zijn ze niet stuk te krijgen!

Het slechte imago van mollen zie je overal terug in onze samenleving. Er is een tv-programma ‘Wie is de mol’. Die mol moet zo snel mogelijk worden geïdentificeerd en uit het programma worden gewerkt. Ze zijn echter niet zo makkelijk te vinden. En in de wereld van de misdaad worden ‘mollen’, verraders van misdrijven, geregeld dood geschoten door ingehuurde moordeskaders. Alleen de politie weet ze te waarderen.
Ook in de politiek worden ‘mollen’ niet echt gewaardeerd. Dat geldt bijvoorbeeld voor het Kamerlid Omtzigt, die veel politieke vijanden heeft en liefst moet worden weggewerkt uit de Tweede Kamer. Gelukkig zijn er ruim voldoende kiezers, die hem wel op waarde schatten.

Mollen zijn een belangrijke indicator voor een gezonde samenleving, niet alleen in de bodem, maar ook in de samenleving. Het is daarom te hopen dat ze een beter imago krijgen en de waardering die ze verdienen. En dat geldt nu bij uitstek in de nieuwe Tweede Kamer, die in de afgelopen jaren te weinig kritisch was op het functioneren onze overheid.

Lang leve dit prachtige zwarte zoogdier, dat zich zo mooi heeft weten aan te passen aan een ondergronds leven.

20210306 Column Anton

Anton Roeloffzen

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn