Wie het nieuws een beetje volgt constateert dat ammoniak en nitraat net als PFAS de kwaliteit van de bodem én het maatschappelijk bestel verstoren. Het zal niemand verbazen dat stoffen als ammonia en nitraat niet op de RIVM lijst met ‘Zeer Zorgwekkende Stoffen’ staan. Misschien verrassender is dat minerale olie, PAKS, VOCl’s, lood (en andere zware metalen) en asbest wél op de lijst staan. Die stoffen kennen we toch, hebben we toch al aangepakt? De huidige ‘ZZS problematiek’ is niet zozeer een technisch probleem als wel een bestuurlijke, juridische of politieke uitdaging. (Arne Alphenaar, 13 juli)

arne

Hoeveel onbekende stoffen we de komende jaren ook onderzoeken, de ZZS problematiek, de onzekerheid rond de stoffen die we nog niet kennen, blijft bestaan. Onderzoek naar stoffen is absoluut noodzakelijk maar onzekerheid mag geen reden zijn om besluiten uit te stellen. De huidige stikstofcrisis laat zien dat de problemen zich dan zodanig ophopen dat ze (bijna?) onoverkomelijk zijn geworden. We moeten de onzekerheden accepteren en het lef hebben om tegen burgers en betrokkenen te zeggen: Dit zijn de voor- en nadelen, dit is waar de pijn zit en dit is waarom we dit noodzakelijk vinden en toch die pijn accepteren.

  • De huidige en toekomstige bodemwetgeving is gebaseerd op twee essentiële principes:
    - Stand still en ‘zorgplicht’. Wat schoon is moet schoon blijven. En wat onverhoopt verontreinigd raakt moet direct in de oorspronkelijke staat worden hersteld.
    - ‘Prevent and Limit’. Sommige vervelende stoffen zijn niet verboden, maar we moeten wel voorkomen dat ze in de bodem terecht komen of – als ze al in het grondwater zitten – verdere verspreiding voorkomen.

De afgelopen decennia heeft het feit dat deze uitgangspunten tegenstrijdig (kunnen) zijn nauwelijks tot problemen geleid omdat we ons in de jeugdjaren van het bodembeleid voornamelijk hebben gericht op bodemsanering. Met het model ‘bron-pad-receptor’ als basis werden bronnen opgespoord, gesaneerd en vervuilers aansprakelijk gesteld. Daar waar het echt niet anders kon werd de receptor beschermd. De aanpak is zo succesvol gebleken bij de aanpak van chemicaliën dat we er maar moeilijk afscheid van kunnen nemen. En toch is dat waar de (onbekende) ZZS ons toe dwingen: veel van deze stoffen zijn niet alleen onbekend, ze zijn vaak ook diffuus verspreid vanuit vele onbekende bronnen en dus per definitie grensoverschrijdend. Zowel de bron is veelal onbekend als ook het pad en zowel de bron als de receptor zijn te groot om te overzien. Nu staan we er met de handen in het haar met z’n allen naar te kijken, omdat de bekende bron-pad-receptor methode hier geen oplossing kan bieden.

We staan werkelijk aan de vooravond van de volgende stap in de evolutie: van sanering naar bodembeheer. Natuurlijk moeten we het kind niet met het badwater wegspoelen, maar we moeten ons wel realiseren dat het badwater wat koud geworden is. We moeten durven de oude verworvenheden los te laten. Het heeft tientallen jaren geduurd voor we de bodemsaneringsoperatie echt in de vingers hadden. Ook het vormgeven van de beheersfase vergt meer tijd dan ons lief is. Tijd die we eigenlijk niet hebben. We moeten dus beginnen, lef hebben. Fouten maken mag, als we er maar van kunnen leren. De uitdaging is enorm. Hoe gaan we om met grondverzet? Hoe creëren we ruimte binnen ‘stand still‘ zonder dat dit als ‘license to polute’ kan worden uitgelegd? We hebben beleidsmatige pilots nodig; experimenteerruimte mag niet alléén gericht zijn op techniek. We hebben lef nodig – ook bij onze bestuurders – in de zin van iets gaan doen waar we nog niet alles van weten. Er is maar één manier om erachter te komen.

Ik wens iedereen een heel mooie vakantie. Vragen genoeg om over na te denken. Maar vooral flink relaxen, want daarna is er werk aan de winkel!

20220713 Column Arne 

 

 

 

 

 

 

 

Arne Alphenaar (TTE Consultants)

Website

LinkedIn

Reageren op deze column kan hier:  LinkedIn