Op een bijeenkomst van het Bodembreed Forum afgelopen december ging het over de toekomst van de bodemsector. Een stelling was: opleidingen stomen jonge professionals onvoldoende klaar voor ons werkveld. Naast mij stond Willem, die niet lang geleden is afgestudeerd in lucht- en ruimtevaarttechniek (LR) aan de TU in Delft. Hij werkt als trainee bij Eurofins, dat ik vooral ken als laboratorium voor bodemonderzoek. Grappig, dacht ik, de eerste vraag die een “student LR” op feestjes krijgt, is steevast: “Word je dan astronaut?” Dit lijkt een grote tegenstelling.
Eurofins is een gigantisch bedrijf dat werkt in allerlei sectoren, zoals bijvoorbeeld ook cosmetica en forensisch onderzoek. Er werken wereldwijd 61.000 mensen. Net als elk ander bedrijf moet het veel moeite doen om goede, nieuwe mensen te vinden. Vandaar dat het ook aanwezig is op de Delft Career Days, in de hoop daar gemotiveerde, goed opgeleide mensen te interesseren voor een carrière binnen haar bedrijf. Dat is best slim. Studieprogramma’s leiden studenten sowieso steeds breder op, steeds meer en vaker gaan mensen niet precies aan de slag in de richting waarin ze zijn afgestudeerd. Zo gaan drie op de vijf afgestudeerden LR later helemaal niet werken in de lucht- en ruimtevaarttechniek. Niet iedereen kan of wil in de lucht- en ruimtevaart aan de slag. Willem heeft voor Eurofins gekozen, omdat hij met zijn werk graag wil bijdragen aan een gezondere wereld. Dat komt niet uit de lucht vallen, al tijdens zijn studie had hij zich verdiept in vliegtuigen die minder uitstoten.
We mogen hartstikke blij zijn dat mensen zoals Willem zich interesseren voor ons vak. Daar zijn echter niet alleen algemene skills voor nodig, maar ook vakspecifieke kennis en kunde. Helaas is veel kennis(infrastructuur) sinds de “afronding” van de bodemsaneringsoperatie verloren gegaan. Veel organisaties worstelen daardoor met de opleiding van nieuwe medewerkers. Dat gebeurt nu voor een belangrijk deel in house, er worden veel dezelfde wielen uitgevonden, dit kost veel inspanning en tijd.
Inmiddels realiseren we ons gelukkig steeds meer hoe belangrijk een gezonde bodem is, dat we die kunnen benutten voor allerlei maatschappelijke opgaven, en dat het belangrijk is om er over na te denken hoe we dat slim doen. Daarnaast maakt ook berichtgeving over PFAS duidelijk dat we ons voor een gezonde bodem zullen moeten blijven inzetten. Vandaar ook dat er inmiddels weer diverse nieuwe kennisinitiatieven van de grond komen. Verschillende hogescholen bieden inmiddels weer bodemopleidingen en –cursussen aan. Overheden en bedrijven werken, met vallen en opstaan, aan opleiding van nieuwe medewerkers. Zelf ben ik betrokken bij de Bodembreed Academie, een online leerplatform over bodem en ondergrond. dat op digitale wijze haar steentje(s) bijdraagt.
Afbreken gaat nou eenmaal een stuk sneller dan opbouwen. Er is dan ook nog een lange weg te gaan. De oproep aan zowel de overheid als het bedrijfsleven kan alleen maar zijn om samen te blijven bouwen aan een toekomstige kennisinfrastructuur, waardoor nieuwe mensen zoals Willem makkelijk hun weg vinden, en daar zelf te zijner tijd ook weer hun kennissteentje kunnen bijdragen.
Vincent Breij (LinkedIn)
Reageren op deze column kan hier: LinkedIn
