Het is eind februari, de periode van schaatsplezier van weleer, maar de natuur ruikt naar voorjaar, de buitentemperatuur loopt op. Als ik dit schrijf is net storm “Louis” voorbijgetrokken en lijkt het meer op herfst dan op winter. Maar flora en fauna zijn in rep en roer over het aanstaande voorjaar. En hoewel ik van schaatsen en sneeuwpret houd, kan ik me wel verheugen op de eerste groene knoppen aan de bomen, kieviten op het land en bloeiende krentenbosjes langs de houtwallen. (Bert Baan, 26 februari)

BertHelaas is het voorjaar ook de periode van de geelgespoten velden. Afgelopen najaar besloot het EFSA, en daarmee ook het kabinet, om glyfosaat nog 10 jaar langer toe te staan in de landbouw. Ondanks diverse wetenschappelijke rapporten waarin wordt gewaarschuwd voor mogelijke verbanden met zenuwaandoeningen (Parkinson), bewezen kanker bij proefdieren en ernstige disbalans in het bodemleven. Ja, het klopt, er zijn ook wetenschappelijke rapporten die een causaal verband niet aantonen, die geen bewijs hebben kunnen vinden voor carcinogene, mutagene of hormoonverstorende effecten bij mensen. Deze laatste rapporten dienen voor het EFSA, mede onder invloed van de chemielobby, als bewijs dat veilig gebruik in Europa mogelijk is.

Hier loopt het mank met de afspraken in internationale verdragen, waarin vier grondbeginselen om mens en milieu te beschermen zijn opgenomen: “voorzorg”, “preventief handelen”, “bestrijding aan de bron” en “de vervuiler betaalt”. De uitleg van het voorzorgbeginsel is “Daar waar ernstige of onomkeerbare schade dreigt, dient het ontbreken van volledige wetenschappelijke zekerheid niet als argument te worden gebruikt voor het uitstellen van kosteneffectieve maatregelen om milieuaantasting te voorkomen “(verdrag van Rio, 1992).
Vrij vertaald staat hier “zodra het erop LIJKT dat een stof schadelijk is, moeten maatregelen worden getroffen om verdere schade te voorkomen”. Bij het toestaan van Glyfosaat is door het EFSA, onder druk van de chemielobby, een letter “B” toegevoegd. Die ene letter maakt een wereld van verschil. Want omdat het niet voor de volle 100% BLIJKT dat glyfosaat carcinogeen voor mensen is, wordt vastgesteld dat het spul veilig te gebruiken is. Dit druist tegen de alom geaccepteerde beginselen in die juist zijn opgesteld om mens en milieu preventief te beschermen. Hoewel het de intentie is om te beschermen tegen stoffen die schadelijk LIJKEN, treedt de EFSA pas op wanneer de stoffen schadelijk BLIJKEN.

Een tweede punt van zorg is de wijze waarop in Nederland glyfosaat is toegestaan. Het zogeheten veilige gebruik volgens de EFSA is gebonden aan de voorschriften die horen bij gewasbescherming. Het geelspuiten van de velden in het voorjaar gebeurt echter om groenbemesters dood te spuiten, dat is gemakkelijker en vergt minder grondbewerking. Dat is geen gewasbescherming maar onkruidverdelging! Door dit oneigenlijke gebruik komen grote hoeveelheden schadelijke stoffen in het milieu.

Gelukkig zijn er ook agrariërs die zich richten op duurzame landbouw en het gebruik van bestrijdingsmiddelen zoveel mogelijk beperken of zelfs uitsluiten. De reden waarom deze groene boeren zich onderscheiden van de gele boeren is divers en vaak ingegeven door de omgeving, idealisme of moreel besef. De meeste boeren, groen of geel, zijn trots op hun producten, trots op het landschap en houden van alles wat groeit en bloeit. Waarom er nog zoveel gele boeren zijn zit waarschijnlijk in de regeldruk en de inkomensonzekerheid bij vergroening. Laten wij, als consumenten, ervoor lobbyen dat meer gele boeren een kleurtje opschuiven en zich aansluiten bij de groene boeren. Wat mij betreft moet een groene boer zijn inkomen makkelijker kunnen verdienen dan een gele boer. Volgens mij ligt daar de sleutel voor een duurzame, groene agrarische sector en daarmee voor meer biodiversiteit en een gezonde bodem. Een iets andere kleur maakt een wereld van verschil!

20231113 column Bert 1

Foto Harry Cock

Bert Baan (LinkedIn)

TTE Consultants (Website)

Reageren op deze column kan hier: LinkedIn