Koos Dijksterhuis is schrijver, journalist en dichter. Driemaal per week publiceert hij een column over natuur in het dagblad Trouw. Op 8 maart 2024 schreef hij ‘Ooit heeft een man bedacht dat hij als mens de kroon op Gods schepping was. De mens onderscheidt zich van andere dieren in arrogantie. Het is onwaar: niet de mens maar de slak is de kroon op de schepping.’

Koos schreef over levende slakken, ik denk dat hij staalslakken zorgvuldig mijdt. Daar schrijf ik dan maar over. Welke invloed zouden staalslakken trouwens op levende slakken hebben? Zou dat einde oefening voor de slak betekenen? Zoals misschien voor de kreeft? En daarmee voor het vrije gebruik van de staalslak?

(Theo Edelman, 29 April)

Een moderne samenleving zonder staal is haast niet denkbaar. In IJmuiden wordt jaarlijks ongeveer 7 miljoen ton staal geproduceerd. Bij de productie ontstaan ongeveer 0,7 miljoen staalslakken. Eerst maar eens in de spiegel kijken? Veel lezers van deze nieuwsbrief bezitten een auto. Die weegt gemiddeld zo’n 1.500 kg. Twee derde van dit gewicht moet aan staal worden toegeschreven, dat is 1.000 kg. Daarbij is dus ongeveer 100 kg staalslak ontstaan. Per auto! Ook de bouw en de verpakkingsindustrie zijn grootverbruikers. We doen er allemaal aan mee!

De staalslakken worden doorgaans niet gestort, maar hergebruikt. Zij gelden als vervanger van zand in infrastructurele werken. De wetgever staat dit toe, zij het onder voorwaarden. Uit een certificaat kan blijken dat aan deze voorwaarden wordt voldaan. Circulaire economie dus, goed idee. Of schuilen er adders onder het gras? Daar duidt de voorgenomen versterking van het toezicht en de handhaving wel op. Demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen heeft onlangs onderzoek laten doen naar deze versterking. Op 19 april 2024 stuurde zij de voorzitter van de Tweede Kamer een brief met de resultaten. Ik was erg benieuwd hoe zij dit zou aanpakken, want er is erg veel gedoe over staalslakken. De brief van de staatssecretaris is een reactie op de signaalrapportage staalslakken van de Inspectie Leefomgeving en Transport. De inspectie schrijft dat lang niet altijd sprake is van verantwoorde toepassing van staalslakken.

Staalslakken hebben een lage zuurgraad (hoge pH) en bevatten zware metalen. De lage zuurgraad is funest voor levende wezens, mits zij daarmee in aanraking komen natuurlijk. Arme levende slakken die dat overkomt! En de zware metalen kunnen uitlogen en zo het omringende milieu verontreinigen. De Inspectie baseerde haar oordeel mede op een rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne.

Het staat eenieder vrij om staalslakken te gebruiken. Het hoeft nergens te worden gemeld. Op de certificaten staat het advies om in overleg te treden met het bevoegd gezag, maar dat advies is niet bindend. Zou een gebruiker dat ooit hebben gedaan? Verder zijn er richtlijnen voor een goede toepassing, om de nadelen van het uitlogen tegen te gaan. Maar nergens zag ik een verwijzing naar experimenten die bewijzen dat de toepassing verantwoord kan. 

De staatssecretaris schrijft dat zij de berichten over incidenten met staalslaktoepassingen zeer kwalijk vindt. Ik ga ervan uit dat zij de incidenten kwalijk vindt, en niet de berichten. Laten we de onderzoeksjournalisten koesteren! Verder trof haar het bericht dat producten met staalslakken gemakkelijk verkrijgbaar zijn voor particulieren, soms zelfs zonder adequate informatie. Dat noemt zij kwalijk.

Uit het onderzoek heeft de staatsecretaris onder meer de volgende conclusie getrokken:

‘Er is behoefte aan zicht op toepassingen met staalslakken voorafgaande aan de werkzaamheden, zodat er door toezichthouders vóóraf en tijdens de toepassing beoordeeld kan worden of er voldoende rekening gehouden wordt met de eigenschappen van het materiaal. Indien nodig kunnen zij dan tijdig ingrijpen, bijvoorbeeld door erop toe te zien dat de juiste maatregelen worden getroffen. Daarom heb ik besloten tot de invoering van een landelijke informatieplicht voor de toepassing van staalslakken.’

Er is nog veel meer nodig, erkent de staatssecretaris, maar zij vindt dit ‘een eerste stap op weg naar een geïntegreerd pakket aan maatregelen’. Zij heeft een aantal handelingsperspectieven geïdentificeerd die zij nader zal onderzoeken. Dit neemt zij mee in het kader van de bredere herijking van de bodemregelgeving.

Verder zal zij er bij toepassers zoals Rijkswaterstaat op aandringen om op vrijwillige basis voortijdig in overleg te treden met het bevoegd gezag. Er bij Rijkswaterstaat op aandringen? En vragen iets vrijwillig te doen? Ik zou het hem gewoon verplichten.

De producent van de bouwstoffen is het niet eens met de rapportage van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne. Het bedrijf baseert dat op een contraexpertise van een gerenommeerd adviesbureau uit Deventer. Dat bureau stelt dat de gesignaleerde problemen vooral terug zijn te voeren op het basische karakter van het materiaal, in combinatie met fouten bij de uitvoering van de werken. Het RIVM-rapport zou deels uitgaan van onjuiste informatie en andere informatie onjuist interpreteren. Ook zou het rapport suggestieve opmerkingen bevatten, waardoor het materiaal een ‘gevaarlijk’ imago krijgt. Bij een goede naleving van de richtlijnen zouden de risico’s van de toepassing van staalslak beheersbaar zijn. Het bureau wijt het misgaan van dingen aan het niet of onvoldoende nakomen van de richtlijnen van de producent voor toepassing, met als toegift “blijkbaar schiet de controle door omgevingsdiensten hierop tekort”. Dit laatste heeft waarschijnlijk te maken met het niet hoeven aanmelden van deze toepassingen.

Staalslakken staan al decennialang in de belangstelling. Tot voor kort gaf de staatsecretaris aan zich geen zorgen te maken. Dat kunnen we gevoeglijk afschuiven op haar informanten. Daar lijkt verandering in te komen. In haar brief gebruikt zij de termen ‘kwalijk’ en zelfs ‘zeer kwalijk’. Dat wijst op boosheid. Een meldingsplicht vooraf is een goed eerste stapje. Er zullen veel forsere stappen moeten worden gezet om de toepassing of berging van slakken goed te regelen. Maar hoe dan? Wat jammer dat we geen Technische commissie bodem meer hebben, die zou hier wel raad mee hebben geweten.

Maar ik kan de staatsecretaris toch niet in de kou laten staan? Daarom enkele tips van mij:

          1. 1.  Betrek bij het vergroenen van de staalindustrie ook de deugdelijke omgang met dit qua volume en samenstelling relevante afvalproduct (vooruit, bijproduct).
  1. 2.  Stel gedetailleerde eisen aan een productcertificaat. Het volume en de samenstelling van dit product legitimeren dit.
  2. 3.  Laat de aanbieder van het product bewijzen dat toepassing van de betreffende materialen verantwoord kan. Laat een proefveld aanleggen om zulks te bewijzen.
      1. 4.  Neem in de betreffende wetgeving een norm voor de zuurgraad op. De zuurgraad is zeer eenvoudig te meten. De reactie van levende wezens, waaronder slakken, op een te hoge of een te lage zuurgraad zijn goed bekend. Waarden voor de zuurgraad buiten een vooraf te bepalen traject moeten tot een verplicht onderzoek naar schadelijkheid leiden.
  3. 5.  Zorg ervoor dat de uitloogtesten bij de juiste zuurgraad worden gedaan, namelijk de zuurgraad van het toe te passen materiaal.
  4. 6.  Maak een einde aan perverse prijsprikkels: geen geld betalen aan afnemers van staalslakken.

Leve de slak! Lees maar wat Koos Dijksterhuis daarover schrijft. En leve de kreeft! Ik ben er zelf een.

 20240429 Column Theo

Website

Facebook

Twitter

Reageren op deze column kan hier: LinkedIn