Minister Barry Madlener van Infrastructuur en Waterstaat schreef de Tweede Kamer een brief over het begrip Water en Bodem Sturend. ‘Sommigen’ begrijpen deze term verkeerd. Daarom bedacht hij iets anders, samen met minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. De term luidt voortaan Rekening houden met Water en Bodem. Wat zou daar achter kunnen zitten? Wat is er mis met de eerste term? En waarom zou de Gnephoek een geslaagd voorbeeld van deze sturing zijn? Zien we iets over het hoofd? Ik probeer te ontrafelen. Het is een heel betoog, maar dat kun je hopelijk wel aan tijdens of vlak na je herfstvakantie. (Theo Edelman, 28 oktober)
Onlangs was ik te gast bij een feestelijke bijeenkomst van het Gelders Ondergrond Overleg. Het GOO bestaat vijfentwintig jaar. Ook vanaf deze plaats van harte proficiat. Onderdeel van het feest was een masterclass Water en Bodem Sturend. Met kaarten en viltstiften gingen we aan de slag met het herinrichten van een gebied. Het was bijzonder om te zien wat Water en Bodem Sturend vermag bij het herinrichten van gebieden.
In kringen waarbinnen ik zo af en toe nog vakmatig vertoef, bestond veel waardering voor het uitgangspunt Water en Bodem Sturend. Het is een oproep om optimaal gebruik te maken van de natuurlijke opbouw qua water en bodem bij het opnieuw inrichten van ons land. Dat is actueel in verband met klimaatverandering, woningbouw, waterhuishouding, landbouw en natuur. En er was een goede uitleg om het begrip te concretiseren.
Tijdens het lezen van de brief van de minister schoot me het lied Five Feet High and Rising van Johnnie Cash te binnen. Dat gaat over een dramatische gebeurtenis die zich afspeelde toen hij vijf jaar was. Het land van zijn ouders kwam onder water te staan door veel regen en een hoge waterstand in de rivier. Bij elk couplet stijgt de hoogte van de toon en van het water. Uiteindelijk moeten ze vluchten. Het land was met subsidie van de overheid verkregen, maar lag wel in een moeras.
De minister schrijft dat sommigen de term Water en Bodem Sturend hebben opgevat als Water en Bodem Bepalend. Daarmee zou het onbedoeld Allesbepalend zijn geworden. Zo werd het vooral ‘als een belemmering gezien voor de ruimtelijke ordening en inrichting van ons land, en meer in het bijzonder voor de grote woningbouwopgave’. Ik heb zoiets nog nooit horen zeggen, terwijl ik best veel mensen spreek, waarschijnlijk dan toch te veel in mijn eigen bubbel. De minister schrijft er niet bij wie die ‘sommigen’ zijn. De oplossing zou simpel kunnen zijn: ga in gesprek met die ‘sommigen’, leg uit wat de bedoeling is, ruim het misverstand uit de weg en ga met iets concreets aan de slag. De bewindsman koos voor een andere benadering: een andere term. De keuze viel op Rekening houden met Water en Bodem. Een meerderheid van de Tweede Kamer is het daarmee eens. Ik vind dat Water en Bodem Sturend veel beter bekt dan Rekening houden met Water en Bodem. Dat heeft met het metrum te maken. Zou daar wel goed over nagedacht zijn? De zeggingskracht wordt ook minder, maar dat was dan ook de bedoeling.
Ook dacht ik terug aan mijn praktijktijd bij de Dienst Bodemkartering in Suriname. De dienst had een charismatische directeur. Hij wist niet heel veel van bodemkunde, maar verstond wel de kunst de resultaten van zijn medewerkers goed te verkopen. Dat ging volgens een vast stramien. Hij had opgerolde kaarten bij zich, met een mooi lint eromheen. Zodra hij het woord kreeg, verwijderde hij bedachtzaam het lint, ontrolde langzaam de kaarten, keek rond om te controleren of hij de volle aandacht had en kwam met zijn toelichting, wijzend naar de gekleurde vlakken op de kaarten. Hij legde uit welke bodems er gevonden waren en voor welke doeleinden die geschikt zijn. De directeur en de dienst oogstten louter lof.
Er zijn immense verschillen tussen nu en vroeger. Bodemkaarten en bodemgeschiktheidskaarten worden niet meer ontrold. Je krijgt wel een pdf’je. Daar staat tegenover dat we met de computer met een paar drukken op de knop gronden kunnen aanwijzen die voor een bepaald doel geschikt zijn, als we de criteria daarvoor meegeven.
Ik vraag me af wat nou echt ten grondslag ligt aan de wijziging van de terminologie. Er zijn uiteenlopende mogelijkheden:
- 1. Gaat de discussie wellicht alleen om woningbouw en is er simpelweg te weinig keus uit mogelijke locaties om je überhaupt druk te maken over de grondsoort?
- 2. Zou een aloude strijd zijn opgelaaid tussen ruimtelijke ordenaars die niet zo goed luisteren en kenners van het fysieke domein die hun punt niet duidelijk maken?
- 3. Zouden ruimtelijke ordenaars gelijk hebben als zij zeggen dat de bodemsoort er niet toe doet, omdat elke bodem geschikt kan worden gemaakt?
- 4. Zou hier een tegenstelling aan het licht komen tussen het overwegend vlakke westen met meer gelijkmatigheid qua water en bodem versus het meer geaccidenteerde oosten van ons land met grotere verschillen op korte afstand?
- 5. Wil men af van het idee om ons land duurzamer in te richten?
- 6. Is men de inbreng vanuit water en bodem zat, omdat de nadruk telkens ligt op wat niet kan en wat beter moet?
- 7. Wil men concrete projecten in moerassen een steuntje in de rug te bieden, vanwege het succes op korte termijn en om gedoe met het principe voor te zijn?
Wie het weet, mag het zeggen. Misschien zijn er nog meer vragen te bedenken. Het lijkt me nuttig die eens voor te leggen aan leden van de Tweede Kamer die voor de naamswijziging waren.
Ik kan nog wel een eind meegaan in het betoog van de minister. Het venijn zit hem in bijzaken. De minister noemt drie ‘goede voorbeelden van gebiedsontwikkelingen waarbij in een vroeg stadium rekening is gehouden met water en bodem’. Als eerste voorbeeld noemt hij de Gnephoek in Alphen aan den Rijn, het tweede voorbeeld betreft een project in een moeras bij Volendam, en over het derde project in Zwolle kon ik te weinig informatie vinden.
Waar kennen we trouwens die Gnephoek van? Daarover was toch lange tijd zo’n gedoe? Over huizen bouwen in een moeras beneden zeeniveau? De provincie Zuid-Holland was daar toch mordicus tegen? Ik deed naspeuringen en las dat in een bestuursakkoord alle plooien zijn gladgestreken. Aan de voorwaarden van de provincie is voldaan. Het aantal huizen is verminderd, de provincie betaalt niet mee en het rijk dekt het gat in de begroting van 60 miljoen euro, oftewel 11 duizend euro per woning. Zou de regering met Rekening houden bedoelen Rekening sturen?
Ik verwacht dat de ellende uit de song van Johnnie Cash de toekomstige bewoners van wijken in moerassen bespaard zal blijven. Nederland heeft goed geïnvesteerd in kennis over het bewonen van een delta. Dat moeten we vooral blijven doen, met een flinke schep er bovenop als we besluiten bij dalend land en stijgend water beneden de zeespiegel te gaan bouwen.
Technisch kan het. Maar is het daarom verstandig? Zou dat vol te houden zijn? Een subsidie van 11 duizend euro per woning tikt hard aan. Als het Rijk een gelijk bedrag voor alle geplande 100.000 woningen per jaar zou uitkeren, zou dat ruim 1 miljard euro per jaar kosten. Daarvan had je veel hydrologen en bodemkundigen kunnen opleiden, om maar eens wat te noemen. Het is daarom wel wrang dat minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap volgens het regeerakkoord eenzelfde bedrag moet bezuinigen op het hoger onderwijs.
Met de casus Gnephoek is wel enige winst behaald. Door de vasthoudendheid van de provincie zijn de kaarten op tafel gelegd: zonder extra geld lukt het niet. Een gat in de begroting is relatief eenvoudig te verhelpen, vooral als het Rijk bijspringt. Hopelijk zal dat nooit nodig zijn voor het herstellen van een dijk of voor het ongedaan maken van waterschade in woonwijken in laag gelegen gebied.
Ik voel er best veel voor om de term Water en Bodem Sturend te blijven gebruiken. De motivering van de minister om voortaan iets anders te zeggen is immers onvoldoende dragend. Friso de Zeeuw, expert in onder meer gebiedsontwikkeling en wonen, gebruikte onlangs de formulering: Rekening houden met Water en Bodem – voorheen Water en Bodem sturend. Misschien moeten we dat maar gaan zeggen.
Ik zou graag zien dat binnen de domeinen Water en Bodem een deskundig en communicatief persoon beschikbaar was om gevraagd en ongevraagd meningen te geven. Ook over een begrip als Water en Bodem Sturend. Daarmee zou dit misverstand bij ‘sommigen’ snel uit de wereld zijn geholpen. Ik ken voldoende mensen die dat uitstekend zouden kunnen. We zouden de deltacommissaris of de bodemgezant kunnen benaderen om dit vorm te geven.
Wil je het lied van Johnnie Cash horen? Ik zette het op de afspeellijst Sweet Soil Music op Spotify. Het is een lijst op de groei. Daarop komt alle muziek te staan die ik ga bespreken in een nieuwe serie artikelen over Bodem en Muziek. Binnenkort in het Vakblad Bodem!
Theo Edelman
Reageren op deze column kan hier: LinkedIn