DEN HAAG - De Stubo heeft in haar laatste vergadering besloten de totstandkoming van een "bestuurdersagenda voor de ondergrond" te ondersteunen (Agentschap.nl, 26 juli).

Tevens was de Stubo positief over voorstellen hoe in de toekomst om te gaan met diffuse bodemverontreiniging.

Bestuurdersagenda
De Stubo steunt het idee van de informele bestuurlijke bijeenkomst van 22 mei om te komen tot een "bestuurdersagenda voor de ondergrond". Deze agenda heeft tot doel een aantal hoofdlijnen voor het toekomstige ondergrondbeleid stevig naar voren te brengen. Het voornemen is deze agenda in het volgende informele bestuurdersoverleg van 19 september vast te stellen. De voorgenomen status van het document is dat het een persoonlijk commitment is van een aantal bestuurders. Maar wel een met hopelijk veel impact. Iets wat ook nodig is in deze economisch moeilijke tijden waar ook het bodembeleid onder druk staat en waar bij de kabinetsformatie binnenkort belangrijke besluiten worden genomen. Het is is belangrijk dat er dan een stevige bestuurlijke agenda ligt.

Toekomst Strong
Mede naar aanleiding van het bestuurlijke overleg heeft het ministerie van I&M besloten om de scope van de STRuctuurvisie OnderGrond (Strong) te verdiepen en te verbreden. Het ministerie zet een apart programma daarvoor op. Circa 10 personen gaan er aan werken. Ruud Cino trekt het programma.

Naamswijziging Stubo
Besloten is om als gevolg van de veranderingen in het bodem- en ondergrondbeleid de naam van de Stuurgroep Bodem (Stubo) te veranderen in de naam Stuurgroep Ondergrond, Bodem en Grondwater (stuurgroep OB&G).

Diffuse bodemverontreiniging
De Stubo nam kennis van en had waardering voor de notitie over hoe om te gaan met diffuse bodemverontreiniging. De in de notitie opgenomen voorstellen zijn in overleg met het ministerie van I&M en decentrale overheden tot stand is gekomen. Kern ervan is dat gemeenten in hun nota Bodembeheer beleid voor saneringen opnemen specifiek voor die gebieden waar sprake is van humane risico's als gevolg van diffuse verontreinigingen. In dat gemeentelijke beleid wordt invulling gegeven aan de eisen die aan saneringen worden gesteld en wordt ruimte geboden om op een natuurlijk moment de sanering uit te voeren. Dat betekent een eigen afweging van de gemeente voor het moment van saneren, die gekoppeld is aan het moment van stadsontwikkeling.

Invulling van de in de notitie opgenomen voorstellen vraagt hier en daar aanpassing van regelgeving. Na de zomerperiode zullen alle betrokkenen nader geïnformeerd worden over de notitie en over het vervolgtraject.