AMSTERDAM - Op deze locatie is een bodemverontreiniging aanwezig met gechloreerde koolwaterstoffen in grond en grondwater waarbij tevens een zinklaag van product werd aangetroffen (Biosoil, 6 december). Eind 2004 heeft BioSoil B.V. een in-situ BodemSaneringSystemen (BSS) aangelegd en in februari 2005 een BodemSaneringInstallaties (BSI's) geplaatst.

Vervolgens is gericht op het sterk verlagen van de concentraties (> 1.000.000 ug/l) in de kern van de bodemverontreiniging een pump&treat maatregel uitgevoerd. Nadat de concentraties sterk waren gereduceerd is overstapt op een bedrijfsvoering waarbij de Natuurlijke Afbraak (NA) van de gechloreerde koolwaterstoffen wordt gestimuleerd middels het toevoegen van een elektronendonor. Dit zoals ook werd uitgevoerd vanaf de start van de bodemsanering direct buiten de kern van de bodemverontreiniging. De doelstelling van de bodemsanering was het actief stimuleren van de NA tot een moment waarbij sprake is van zgn. Duurzame Natuurlijke Afbraak (D-NA). Wat inhoud dat de omstandigheden in de bodem voor de NA van de gechloreerde koolwaterstoffen in relatie tot de gehalten/concentraties voldoende moeten zijn om te garanderen dat de NA Duurzaam zal voortzetten in de tijd waarbij een actieve bedrijfsvoering niet verder noodzakelijk is. Aanvullend hierop mag er geen verspreiding van de bodemverontreiniging optreden. De situatie waarbij sprake is van D-NA was eind 2009 bereikt. Vervolgens is t/m 2012 jaarlijks gemonitord op de stabiliteit van de D-NA, zodat met zekerheid het definitieve monitoringprogramma m.b.t. de D-NA kon worden gestart welke uitgaat van eens in de 5 jaar monitoren.

Bevoegd gezag heeft op basis van de positieve resultaten en daarmee gunstige omstandigheden voor D-NA inmiddels ingestemd met de overgang naar het definitieve monitoringprogramma. Daarmee is de bodemsanering voor BioSoil B.V. beëindigd en wordt het verdere monitoringprogramma uitgevoerd door een onafhankelijke verificator.