In de Aanbiedingsbrief Voortgangsverslag bodemconvenant februari 2013 (126 kB) schetst ze tevens de beleidsvoornemens van het ministerie voor het bodem- en ondergrondbeleid in de nabije toekomst.
In haar brief aan de Tweede Kamer waarmee staatssecretaris Mansveld het Voortgangsverslag bodemconvenant februari 2013 (2018 kB) aanbiedt, geeft zij aan wat vanuit haar optiek de belangrijkste conclusies over de voortgang zijn.
In de eerste plaats constateert ze dat de afspraak over het in 2015 gesaneerd dan wel beheerst hebben van de spoedlocaties waar humane risico's aan de orde zijn, haalbaar lijkt. Zowel in de tijd als financieel gezien. Ze wijst daarbij echter ook op het voor bodemsanering negatieve effect van het wegvallen van allerlei ruimtelijke ontwikkelingen als gevolg van de economische crises.
Ten tweede toont ze zich verheugd over het feit dat per 1 juli 2012 het wetsvoorstel dat gebiedsgericht beheer van verontreinigingen mogelijk maakt in werking is getreden.
In de derde plaats gaat de staatssecretaris in op de verbreding van het bodembeleid: van een primaire aandacht voor sanering naar een primaire aandacht voor een duurzame benutting van de ondergrond. Ze geeft aan dat die overgang lastig is en nog niet voldoende van de grond komt maar dat ze mede daarom met de convenantspartijen graag verdere afspraken over de verbreding wil maken.
Daarnaast gaat de staatssecretaris in op wat de belangrijkste "voornemens voor 2013 en verder" van het ministerie zijn, namelijk:
- het in gesprek gaan met de bevoegde overheden om vaart te houden in de aanpak van spoedlocaties, ook in de volgende periode (2015 t/m 2019)
- aanpassing van wet- en regelgeving aan het nieuwe beleid voor bodem en ondergrond, de Omgevingswet vormt daarvoor het kader
- overleg met het bedrijfsleven om de ideeën van het bedrijfsleven een plaats te geven in het nieuwe afsprakenkader
- de totstandkoming van de Structuurvisie Ondergrond (Strong), een instrument dat de transitie mede vorm zal gaan geven
Links