ZAANSTAD - Het raadsonderzoek naar de vuilstort Nauerna is voor de provincie Noord-Holland aanleiding om een eigen berekening uit te voeren om te bepalen of de stortplaats vol is (Provincie Noord-Holland, 1 maart).

De provincie wil hierbij gebruik maken van de meetgegevens uit het raadsonderzoek van de gemeente Zaanstad.

De gemeenteraad heeft de provincie in de gelegenheid gesteld om een reactie te geven op het onderzoek. De provincie is vergunningverlener en houdt toezicht op de stortplaats. Na zorgvuldige bestudering vindt de provincie dat de berekening en conclusies die aan het onderzoek zijn verbonden niet kloppen. Het rapport concludeert dat de stortplaats 'vol' is.

In het rapport worden 'het volume' en de 'contourlijnen' beschouwd bij het bepalen of de stortplaats 'vol' is. De belangrijkste conclusie van de provincie is dat de restcapaciteit, oftewel de ruimte die er nog is om te storten, onjuist is bepaald. Ook is de totale stortcapaciteit volgens de provincie niet relevant om te bepalen of de stortplaats 'vol' is.

Eindsituatie
De publicatie van het raadsonderzoek komt op het moment dat de huidige vergunning van stortplaats Nauerna wordt verduidelijkt. In de huidige vergunning is een totale stortcapaciteit vastgelegd van 9.587.000m3. en een te behalen eindcontour. In werkelijkheid wijkt dit getal steeds meer af omdat het gestorte afval gaat samendrukken en de bodem door het gewicht inzakt. De totale stortcapaciteit is daarmee slechts een theoretisch getal en niet relevant voor het bepalen of de stortplaats 'vol' is. In de vergunning wordt met de lopende procedure nu formeel vastgelegd dat alleen de eindcontour (een kaart met hoogtelijnen), de eindsituatie van de vuilstort bepaalt. Deze lopende wijziging van de vergunning is niet meegenomen in het raadsonderzoek. De vergunning schrijft een eindcontour voor met een maximale hoogtelijn van 28m na het aanbrengen van de bovenafdichting. Het rapport constateert dat er in het bestemmingsplan uitgegaan wordt van 30m.

Herberekening
Om tot een uitspraak te komen die duidelijkheid geeft en aan alle partijen recht doet, vindt de provincie het belangrijk om de restcapaciteit zorgvuldig na te rekenen. Voor een volledig beeld worden hiervoor de meest recente meetgegevens van zowel Afvalzorg als de gemeente Zaanstad opgevraagd. De nieuwe berekening moet duidelijk maken of er nog sprake is van restcapaciteit. Indien dit niet het geval is, dan is de stortplaats vol. De provincie start de berekening zodra de meetgegevens door de gemeente beschikbaar zijn gesteld. De herberekening duurt enkele weken.