Een groot aantal partijen gaat onder leiding van de Radboud Universiteit, en met Europese subsidie, de haalbaarheid van een combinatie van nieuwe en bestaande methoden testen. In de komende een tot twee jaar worden alle benodigde technieken gecombineerd en op kleine schaal getest. Vervolgens is het de bedoeling om in Park Lingezegen, ten zuiden van Arnhem, een praktijkopstelling in te richten.
Kroosvaren
Onder andere gaat getest worden hoe efficiënt schone waterbodem en diverse soorten waterplanten kunnen bijdragen aan het verwijderen van nutriënten uit het water. Gedacht wordt aan de inzet van kroos of kranswieren, maar de mogelijke inzet van kroosvaren (Azolla filiculoides) heeft tot nu toe de meeste aandacht getrokken.
Kroosvaren is een waterplantje dat snel groeit en in staat is om fosfaat vast te leggen. Hieruit kan dan energie en fosfaat worden gewonnen. Het is echter ook een invasieve exoot, een plant die niet van oorsprong in Nederland voorkomt en de potentie heeft om te woekeren in onze bemeste water-systemen. Die sterke woekering kan leiden tot problemen bij de uitvoering van het dagelijks peilbeheer en tot problemen voor de waterkwaliteit. Om die reden heeft het idee om kroosvaren in te zetten tot zorg geleid, onder andere bij het Waterschap Rivierenland en de Nieuwe Voedsel-en Waren Autoriteit. De betrokken hoogleraren van de Radboud Universiteit begrijpen deze ongerustheid en benadrukken dat geen kroosvaren ongecontroleerd zal worden ingezet.
Laboratoriumstudie
'Het betreft een testfase die in het lab zal plaatsvinden', zegt Emiel Brouwer, directeur van het betrokken Onderzoekcentrum B-WARE. 'Kroosvaren treffen we regelmatig aan in onze wateren, juist omdat deze zwaar bemest zijn en veel fosfaat bevatten. Dit fosfaat willen we binden aan de waterbodem of aan waterplanten. Het gezuiverde water is vervolgens zo voedselarm dat kroosvaren, kroos of algen hierin niet meer kunnen woekeren. We moeten er wel zeker van zijn dat we niet bijdragen aan de verspreiding van kroosvaren. De wet verbiedt het uitzetten van exoten in de vrije natuur, en daar willen we ons graag aan houden. Pas als alle partijen overtuigd zijn van de haalbaarheid en veiligheid van het plan zullen we van het lab naar het veld gaan, met of zonder kroosvaren.'
Meer informatie
Neem voor meer informatie contact op met: Thea van Kemenade van de Radboud Universiteit Nijmegen:
