BILTHOVEN - Het RIVM heeft een nieuw concept uitgewerkt om normen af te leiden voor twaalf veelvuldig voorkomende verontreinigende stoffen in grondwater (meestal organische oplosmiddelen) (RIVM, 10 juni).

Dit is bedoeld om het beheer van grondwaterkwaliteit en de functies van het grondwater concreet vorm te geven. De basis van het concept voor deze zogeheten functiespecifieke risicogrenswaarden is dat voor de grondwaterkwaliteit rekening wordt gehouden met het gebruik of de functie van het grondwater. Het voordeel is dat de vervuiling specifieker kan worden aangepakt.

Deze benadering is vergelijkbaar met de werkwijze voor het bodembeheer. In de toekomst kan daardoor het beheer van bodem- en grondwater worden gekoppeld. Het concept is verkennend van aard en wil, passend bij de nieuwe Omgevingswet (2018), bijdragen aan nieuw beleid voor grondwater.

De huidige normen hebben geen directe relatie met het feitelijke gebruik van grondwater. Op basis van de streef- en interventiewaarden voor grondwater wordt bepaald in welke mate beheer en sanering nodig zijn en naar welke waterkwaliteit wordt gestreefd.

Voor de afleiding van functiespecifieke risicogrenswaarden is een onderscheid gemaakt tussen drie gebiedstypen: de combinatie Landbouw/Natuur, Wonen en Industrie. Elk gebiedstype stelt eisen aan de grondwaterkwaliteit, zoals voor irrigatie, ecologie, drinkwateronttrekking, veilig wonen en industriële productieprocessen. De risicogrenswaarden kunnen onder meer worden gebruikt voor het zogeheten gebiedsgericht beheer van grondwater. Hierbij wordt een vervuild gebied in zijn geheel aangepakt, wat vooral efficiënt is als de 'veroorzaker' niet bekend is (zoals bij oudere, industriële verontreinigingen). De grenswaarden geven onacceptabele risico's aan, gekoppeld aan een specifieke functie van grondwater. Om de kwaliteit van nabijgelegen schoon grondwater te garanderen, worden daarvoor strengere risicogrenswaarden aangegeven.

Klik hier voor meer informatie en voor het downloaden van het rapport