BILTHOVEN - Bodems kunnen verontreinigd zijn met oplosmiddelen die gebruikt worden in chemische wasserijen: 'per' (tetrachlooretheen) en 'tri' (trichlooretheen) (RIVM, 8 augustus).

Hierbij kan vinylchloride (monochlooretheen) als afbraakproduct vrijkomen, een stof die al bij lage concentraties schadelijk is voor de gezondheid. Van vinylchloride is bekend dat het leverschade kan veroorzaken en kankerverwekkend is. De stof is verder zeer vluchtig, waardoor deze kan uitdampen naar de binnenlucht van gebouwen op de verontreinigde locatie. Het is daarom belangrijk om over betrouwbare meetmethoden voor bodem- en binnenlucht te beschikken, waarmee ook relatief lage concentraties van vinylchloride kunnen worden aangetoond.

Vinylchloride blijkt zelden in binnenlucht te worden aangetoond, ook niet als dat volgens modelberekeningen te verwachten is. Het RIVM heeft in een verkennende studie onderzocht of dit ligt aan de meetmethoden of aan de modelberekeningen. Er zijn sterke aanwijzingen dat vinylchloride wordt afgebroken en om die reden niet in de binnenlucht is terug te vinden. Daarom wordt aanbevolen deze stofeigenschap in de modellering te verwerken voor een betrouwbaardere voorspelling van concentraties vinylchloride in de binnenlucht.

Daarnaast wordt een andere meetmethode voorgesteld als de kansrijkste, op basis van zogeheten canisters. Dat komt onder andere doordat hiermee lagere concentraties gedetecteerd kan worden en langer kan worden gemeten op een locatie. Canisters zijn bollen die vacuüm worden gezogen en op een locatie weer worden volgezogen met de te onderzoeken lucht. Aanbevolen wordt om na te gaan of een protocol voor bodemluchtbemonstering met canisters kan worden opgesteld. Momenteel wordt vinylchloride in bodem- en binnenlucht meestal gemeten met behulp van koolbuizen.

Klik hier voor meer informatie en voor het downloaden van het rapport