Op de radio was een boze vrouw uit Lelystad aan het woord. Ze had een actiegroep opgericht. Haar actiegroep wil vreemd genoeg geen bomen redden, maar ze juist laten kappen. Aan de rand van haar wijk staan namelijk vervelende populieren die continue witte pluizen produceren. Die bomen zijn volgens haar een grote bedreiging voor haar gezondheid en die van haar wijkbewoners. Zelf heeft ze inmiddels medicijnen waarmee ze haar hooikoorts onder controle heeft: "Ik moet nog wel veel stofzuigen, maar dat maakt me niet uit: ik ben gewoon heel betrokken bij mijn buren, die doodziek worden van die zaden" (Jan Klein Krantenburg, 19 juni).

Gelukkig: haar kennis van de biologie reikt zover dat ze weet dat het hier om zaden gaat. Dat je geen hooikoorts krijgt van zaden, maar van stuifmeel heeft ze helaas gemist. Los daarvan lijkt het me een hele uitdaging om zo'n grote populierenpluis te inhaleren. Desondanks leeft dit misverstand wijdverbreid; de mevrouw uit Lelystad staat hierin niet alleen. De populier loost haar embryo's dan ook net op het ongelukkige moment dat zijn collega-flora weegbree en zuring wél volop spermatozoïden de lucht inpompen. Die weegbreepollen zie je alleen niet en die pluizen wel: het misverstand is geboren. Opvallend genoeg is de denkbeeldige allergie voor populierenpluis zelfs als waarheid tot het Wikipedialemma over populieren doorgedrongen.foto_Jan_Klein_Kranenburg

De laatste weken hoor ik steeds vaker vergelijkbare verhalen: een grote bodemsanering, waar het regelmatig naar naftaleen stinkt, levert voor bepaalde mensen veel meer gezondheidsproblemen op dan voor de ander. De tolerantie voor dit soort ergernissen blijkt gewoonweg niet objectief vastgesteld te kunnen worden. Ergernis wordt pijn.

In Groningen worden mensen ziek van de aardbevingen door de gaswinning. Niet omdat ze een dakpan op hun schedel hadden gehad, maar ziek door een opeenstapeling van boosheid en angstgevoelens. Ik was in eerste instantie verrast dat het RIVM en GGD serieus aandacht aan dit verschijnsel besteden. Aanstelleritis? Ik denk het bij nader inzien niet, want de gezondheidsklachten zijn er wel degelijk. Er zijn zelfs chique woorden voor in de psychologie: conversiestoornissen of somatoforme stoornissen.

Er is een verband tussen bovenstaande verhalen: burgers zijn boos omdat 'mogendheden' als gemeenten, provincies of bedrijven hen in hun ogen kwellen en ze zich daarbij onmachtig voelen.

Communicatie lijkt me hier het toverwoord, hoewel ik me ook besef dat een gelikt verhaal over populierenpluisjes een flinke uitdaging wordt ("gratis kussenvulling, gesponsord door uw gemeente"). Ik ben overigens erg benieuwd wat die huisarts de vrouw uit Lelystad in werkelijkheid voorgeschreven heeft. Grote kans dat ze die actiegroep runt onder invloed van pepermuntjes.

Jan Klein Kranenburg

Werkt bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, maar schrijft zijn columns op persoonlijke titel.

Website

Twitter

Reageren op deze column kan hier: Linkedingroup