KAUKASUS (GEORGIË)- Ingenieurs- en adviesbureau Witteveen+Bos en bodemsaneringexpert BioSoil waren maandag 15 september aanwezig tijdens een startbijeenkomst in Tbilisi en zijn in die week gestart met de uitvoering van een groot bodemsaneringsproject in de Kaukasus in Georgië (Biosoil, 1 oktober).

Zeven locaties zijn verontreinigd met arseen, wat daar tot 1994 werd gewonnen en verwerkt. Totdat de winter in het gebied zijn intrede doet, zullen de eerste werkzaamheden gericht zijn op het voorkomen van verdere verspreiding en contact van mens en dier met de giftige stoffen. Eventuele overige werkzaamheden kunnen in de lente van 2015 afgerond worden.

Doel van de sanering is het reduceren van blootstelling van mens en dier aan de verontreiniging. Voor elke locatie is door Witteveen+Bos een plan van aanpak ontworpen, waarin met een kostenefficiënte methode een zo groot mogelijk milieurendement kan worden bereikt. De saneringswerkzaamheden ter plaatse worden door BioSoil uitgevoerd. Witteveen+Bos en BioSoil werken samen met het Caucasus Environmental NGO Network (CENN) om een oplossing te bieden voor dit grote milieuprobleem. Tegelijkertijd krijgen de lokale werknemers opleiding op het gebied van veilig werken met verontreinigde grond.

Op twee locaties wordt een stortplaats ingericht: één voor niet-giftig afvalmateriaal en één voor giftig afval. De stortplaatsen worden aangelegd conform (West-)Europese standaarden. In deze stortplaatsen zal het afvalmateriaal en het toxische materiaal van de omringende locaties worden verzameld en veilig worden opgeborgen. Een andere locatie betreft een reeds bestaande stortplaats uit de Sovjetperiode waarin zich toxisch afval bevindt. Deze stortplaats zal zodanig worden opgeknapt, dat blootstelling ook in de toekomst wordt voorkomen. Drie van de zeven locaties zijn dusdanig veraf gelegen en onbereikbaar dat het niet kostenefficiënt is om het giftige materiaal te verwijderen. Deze terreinen worden ontoegankelijk gemaakt voor mens en dier.

Ten tijde van de Sovjet-Unie werd in de mijnen in de Kaukasus arseenerts gewonnen en verwerkt in diverse producten, zoals halfgeleiders, pesticiden en verdovingsmiddelen voor tandartspraktijken. Na de val van de Sovjet-Unie is de productie teruggeschaald en in 1994 zijn de fabrieken gesloten en de terreinen en opslagplaatsen achtergelaten, waarbij veel arseenhoudend mijnafval is achtergebleven. Naast de sociale en economische impact van de fabriekssluiting vormt het achtergebleven mijnafval een hoog risico voor volksgezondheid en milieu. Het arseen heeft zich verspreid over de bodem en via het grondwater, waardoor mens en milieu blootgesteld zijn aan te hoge concentraties van het toxische en mogelijk kankerverwerkende materiaal.

Het project is aanbesteed door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voormalig Agentschap NL). De aanpak van dit probleem valt binnen het kader van het programma Samenwerking Oost-Europa Milieu (PSO-Milieu), gefinancierd door het Nederlandse ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarnaast wordt een gedeelte gefinancierd door de Georgische overheid en neemt de stad Ambroulauri de reconstructie van de toegangswegen voor haar rekening. Dit is het tweede project binnen PSO-Milieu waarin Witteveen+Bos in Georgië samenwerkt met CENN. Het project biedt Witteveen+Bos en BioSoil een goede uitgangspositie voor vervolgopdrachten in Georgië met mogelijke samenwerkingen met internationale partners.