EEM - Waterschap Vallei en Veluwe is begonnen met de natuurontwikkeling langs de Eem in de gebieden Wolkenberg, Bruggematen en eiland De Grote Melm. Dit gebeurt deels in het kader van de noodzakelijke natuurcompensatie als gevolg van de dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem (Waterschap Vallei en Eem, 5 februari).

Daarnaast wordt extra natuur gecreëerd in samenwerking met de provincie Utrecht en de Vereniging Natuurmonumenten. Woensdag 4 februari tekenden de drie partijen daartoe een samenwerkingsovereenkomst.

Met een ferme toeter vanaf fietsboot Eemlijn werd het startsein voor de werkzaamheden gegeven. Een graafmachine, half verscholen achter rietkragen, hees op dat moment zijn grijper om proefsleuven te graven voor archeologisch onderzoek, een verplicht onderdeel voorafgaand aan het eigenlijke werk.

Een uurtje eerder stapten gedeputeerde Bart Krol van de provincie Utrecht, Roline de Wilde van Natuurmonumenten en heemraad Dick Veldhuizen, samen met enkele genodigden op de fietsboot bij Eembrugge voor een tochtje over de Eem. Onderweg vond de officiële ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst plaats.

Natuurcompensatie
Het waterschap moet ruim 3 hectare natuur compenseren dat wordt aangetast door de dijkverbetering. Natuurmonumenten, eigenaar van de meeste grond in de genoemde gebieden, maakt van de gelegenheid gebruik extra natte natuur te creëren. De provincie tot slot wil zoveel mogelijk natuur langs de Eem ter realisering van de Ecologische verbindingszone en heeft samen met het waterschap de verantwoordelijkheid voor een goede kwaliteit van het oppervlaktewater en het grondwater.

In totaal wordt 16 hectare natte natuur gecreëerd in de vorm van plas-drasgbieden, bredere sloten en poelen. Ook wordt riet aangeplant langs de oevers van de Eem. In Wolkenberg komt een nevengeul, die in verbinding staat met de Eem. De natte natuur is gunstig voor onder meer vissen, amfibiën, de ringslang en verschillende plantensoorten.

Besparing kosten en milieu
Waterschap, provincie en Natuurmonumenten vonden elkaar vooral door binnen het project 'werk met werk te maken'. "Dat bespaart kosten," zegt omgevingsmanager Hein Vinke van het waterschap. "We maken bijvoorbeeld gebruik van de projectorganisatie dijkverbetering. Daarnaast wordt een deel van de ontgraven grond gebruikt als dijkverbeteringsmateriaal. De klei bijvoorbeeld kopen we van Natuurmonumenten. Overige ontgraven grond wordt gebruikt om de Melmplas, een oude zandwinningsput, te dempen, zodat die kan functioneren in het plas-drassysteem. Dat is onder meer gunstig voor de weidevogels. Het hergebruik van de grond heeft ook milieuvoordelen: er is minder transport nodig voor de aan- en afvoer van grond tijdens de dijkverbetering."

Gedeputeerde Bart Krol en Roline de Wilde van Natuurmonumenten toonden zich verheugd over de samenwerking. "Het heeft even geduurd, maar dan heb je ook wat. Na lange onderhandelingen kan het echte werk nu beginnen", aldus Roline De Wilde.

Bart Krol: "We hebben hier een van de hoogste concentraties weidevogels. Natuurorganisaties en de landbouw werken samen om dat voor elkaar te krijgen. En veiligheid is belangrijk, maar het is ook geweldig om er tegelijkertijd mooie natuur aan te kunnen 'vastplakken'. Dat is iets om trots op te zijn."

Heemraad Dick Veldhuizen sloot af met een kwinkslag, verwijzend naar de kostenbesparing door deze samenwerking: "Dit stukje Utrecht is het allermooist. En het wordt alleen maar mooier. En als elke inwoner van ons waterschap zou weten hoe goedkoop wij hier werken, zouden ze allemaal komen stemmen op 18 maart bij de waterschapsverkiezingen.''