De werkgroep zandwinplassen heeft een ‘checklist’ met aandachtspunten opgesteld, waarin aspecten zijn genoemd die in ieder geval aandacht moeten krijgen bij in uitvoering zijnde verondiepingen, bijvoorbeeld omgaan met bodemvreemd materiaal in partijen grond en bagger (Vereniging van Waterbouwers, 11 augustus). Op 5 juni 2009 is het advies van de Commissie van Deskundigen Zandwinputten aangeboden aan Minister Cramer en Staatssecretaris Huizinga. Op 9 juni 2009 heeft behandeling van het advies plaatsgevonden in de Tweede Kamer. Voor de opvolging van het advies is een werkorganisatie gevormd binnen de al bestaande structuur rondom de implementatie van het Besluit bodemkwaliteit: de ‘werkgroep zandwinplassen’. Deze werkgroep is aangesteld door het implementatieteam Besluit bodemkwaliteit om de noodzakelijke acties te begeleiden en/of uit te voeren. In de werkgroep zit een afspiegeling van het implementatieteam, met daarin bij dit onderwerp betrokken personen van het Rijk, provincies, waterschappen, gemeenten, rijkswaterstaat, inspectie V&W en brancheorganisatie van grondbanken. De Vereniging van Waterbouwers maakt onderdeel uit van SGUG en neemt dus deel aan de discussies.In het advies wordt aanbevolen om de conclusies van de Commissie in te brengen in het overleg met de eigenaren / beheerders van reeds lopende projecten met het bevoegd gezag en daarbij betrokken andere partijen om zonodig tot aanvullende afspraken te komen. Ten behoeve van dit overleg heeft de werkgroep zandwinplassen een ‘Aandachtspuntenlijst’ met aandachtspunten opgesteld, waarin aspecten zijn genoemd die in ieder geval aandacht moeten krijgen bij in uitvoering zijnde verondiepingen.Aandachtspuntenlijst:- Voldoende onderbouwing van de eindfunctie(s) van de plas (functionaliteittoets); - Monitoring kwaliteit grond- en/of oppervlaktewater - Ontwerp, kwaliteit en wijze van aanbrengen van afdeklaag; - Ecologische parameters (nutriënten e.d.); - Omgaan met bodemvreemd materiaal in partijen grond en bagger; - Beheer na realisatie; - Zorg voor kwetsbare objecten (focus op natuur en waterwinning); - Communicatie naar of participatie van omwonenden, beoordeling noodzaak voor aanpassing van de wijze waarop dat plaatsvindt; - Is toezicht en handhaving door bevoegd gezag voldoende; - Mogelijke bedrijfseffecten (aanvullende kosten) van aanvullende maatregelen.Dit laatste aandachtspunt vloeit voort uit de wens van Minister Cramer om inzicht te krijgen in de aanvullende kosten die gemoeid zijn bij de opvolging van het advies.