Energievoorziening via aardwarmte staat nog maar aan het begin
- Gegevens
Er wordt door verschillende partijen actief gewerkt aan kansen voor aardwarmte in de tuinbouw. Energievoorziening via aardwarmte staat echter nog helemaal aan het begin van het innovatietraject. Dat schrijft minister Verburg van LNV aan de Tweede Kamer in een reactie op drie recente artikelen over aardwarmte en de MEI-regeling. In de artikelen kwamen een aantal punten aan de orde die een snelle toepassing van aardwarmte in de glastuinbouw in de weg zouden staan. Op verzoek van de Tweede Kamer geeft de minister daar een reactie op (Ministerie van LNV, 30 juni) . De garantieregeling van de ministeries van EZ en LNV voor proefboringen naar aardwarmte is vertraagd, meldt Verburg. Naar verwachting zal het noodzakelijke goedkeuringstraject op staatsteun door de Europese Commissie voor deze faciliteit nog een aantal maanden in beslag gaan nemen. De garantie in de vorm van een subsidie die uitkeert bij misboren, is dusdanig nieuw dat uiteindelijk het volledige formele goedkeuringstraject gevolgd moet worden.Voorwaarde voor slagingskans bij boringProblemen met de voorwaarde van de garantieregeling, dat de kans op een geslaagde boring 90% moet zijn, zijn nieuw voor Verburg. Zij stelt dat deze voorwaarde voor de pilot is gekozen omdat geslaagde boringen voor een goede doorontwikkeling van aardwarmte essentieel zijn. Op basis van de ervaringen met het eerste project werden daarmee ook geen problemen verwacht. Deskundigen vanuit de tuinbouw, de geothermie en het beleid analyseren momenteel dit probleem. GarantieregelingVoor deelname aan de garantieregeling wordt een premie van 7% gevraagd. De premie moet er voor zorgen dat de uitgaven en inkomsten vanuit de regeling ongeveer in balans blijven. Daarnaast zorgt zo'n premie er voor dat de serieuze projecten geselecteerd worden. De garantieregeling kent een eigen risico van 15%. De Rabobank Groep werkt aan een voorstel om 10% van dit eigen risico van tuinders bij de bank onder te brengen. Het eigen risico van de ondernemer beperkt zich dan nog tot 5%. Een eigen risico is volgens Verburg een stimulans voor het zo goed mogelijk uitvoeren van de boring. Op basis van de ervaring met de pilotregeling en ontwikkelingen bij de verzekeraars, zal worden bekeken hoe het geologisch risico ook op termijn het beste kan worden verzekerd.VergunningverleningHet ministerie van EZ is bevoegd gezag voor de vergunningverlening. Het vergunningverleningsproces voor aardwarmte is in de huidige mijnbouwwet sterk gericht op de olie- en gaswinning. Op het ogenblik wordt gewerkt aan een vergunningsprocedure speciaal voor aardwarmte, waarbij vooral gekeken wordt op welke wijze het proces versneld en versimpeld kan worden.TerugverdientijdUit informatie van de Rabobank blijkt dat de terugverdientijd van aardwarmtefinanciering voor tuinbouwbedrijven vooralsnog gesteld wordt op 15 jaar. Redenen daarvoor zijn dat aardwarmte nog geen beproefde technologie is en bij kassen uitgegaan wordt van een levensduur van 15 jaar. Bij financiering voor energiebedrijven of -BV’s los van de tuinbouwbedrijven is de terugverdientijd korter. Bij de financiering wordt gekeken naar de onderliggende afnamecontracten. De zekerheid van de te verwachten cashflow is daarbij bepalend voor de looptijd. Om het aflossen van de financiering van een energie BV mogelijk te maken is zekerheid over de cashflow uit de afnamecontracten noodzakelijk. Zonder onderlinge garantstelling is het financieringsrisico onacceptabel hoog.MEIDe subsidieregeling Marktintroductie Energie Innovaties (MEI) keert ook uit wanneer projecten (deels) mislukken. Bij de beoordeling van de projectplannen wordt de kans van slagen wel meegewogen. Bij de aardwarmteplannen wordt daarbij ook de informatie uit het gedegen geologische onderzoek meegenomen. Er wordt gepleit voor meer budget voor de MEI-regeling, maar tot nu toe is er geen tekort aan budget geweest. Het budget van de najaarsopenstelling 2008 voor de overige energie-innovaties is verhoogd van 3,5 naar 16,3 miljoen euro. Het budget van de voorjaarsopenstelling 2009 onderdeel overige energie-innovaties is verhoogd van 4 naar 14,48 miljoen euro.