Zeer diepe ontgraving voor sanering Regev terrein

HILVERSUM - Op 11 november bereikte de sanering van het Regev terrein in Hilversum het diepste punt. Een ontgraving van maar liefst 17 meter diep zorgt voor sanering van zeer zware verontreiniging op de plek waar ooit teerputten lagen (Mourik.com, 16 november). Het komt in Nederland zelden voor dat verontreinigde grond zo diep wordt ontgraven. Deze zorgvuldige wijze van saneren wordt gedaan om deze locatie geschikt te maken voor woningbouw.Wethouder Jan Rensen (gemeente Hilversum) en Bart Heller, gedeputeerde milieu (provincie NoordHolland) schepten vanuit een kraan de verontreiniging vanuit het diepste punt van het gat.Sanering van het terreinOm de vervuiling tot deze grote diepte te verwijderen is er naast de sporthal op het terrein een damwand geplaatst. In de kuip die hierdoor ontstaat, wordt de verontreinigde grond tot een diepte van 17 meter weggehaald. De gemeente Hilversum is opdrachtgever van de sanering. De provincie en de gemeente financieren de sanering gezamenlijk. Mourik Groot-Ammers voert de sanering uit in het kader van de sanering van het gehele gasfabrieksterrein. Begin 2006 is hiermee een aanvang gemaakt.Extra impuls voor gasfabriekterreinGedeputeerde Staten van Noord-Holland besloten in het voorjaar van 2009 extra geld ter beschikking te stellen voor de sanering van het Regev terrein, om de sanering zo snel mogelijk uit te voeren. Gedeputeerde Heller: Na de sanering komt een terrein vrij dat we heel goed kunnen gebruiken voor herontwikkeling. Door dit versneld op te pakken, pakken we ook de economische crisis aan. De voormalige gasfabrieklocatie Regev in Hilversum wordt na de sanering omgedoopt tot Villa Industria, een plan met een knipoog naar het industrieel verleden. De sanering van het totale Villa Industria terrein is medio 2010 voltooid. Uiteindelijk wordt het een parkachtig autovrij gebied met 370 woningen. Het consortium dat verantwoordelijk is voor de sanering en ontwikkeling bestaat uit Mourik Groot-Ammers en Proper Stok en werkt samen met De Alliantie Ontwikkeling.foto Provincie Noord-Holland