Een goede reden om daarbij stil te staan. Wij doen dat in het jaar waarin gesproken wordt over “bodemontwikkelingsbeleid” [Convenant tussen Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen, 10 juli 2009] en niet meer over “bodembeleid”. Ook een moment om verder om ons heen te kijken. Over de grenzen van het omgaan met grondstromen en het beleid voor de ondergrond. In de bijeenkomst op 14 oktober ter gelegenheid van ons 10-jarig bestaan staat het gebruik van de ruimte op deze aarde door mensen centraal, de mondiale voetafdruk. Hoeveel oppervlakte aarde gebruiken wij voor het produceren van voedsel, kleding, kapitaal- en consumptiegoederen, transport, enz. Voor de gemiddelde inwoner van Nederland is dat 4,4 hectare. En dat terwijl per wereldbewoner maar 1,8 hectare beschikbaar is! [De Kleine Aarde, 2009] (Persbericht BOG, 17 september). De leden van de BOG leveren hun bescheiden bijdrage aan het beperken van die voetafdruk door op een verantwoorde manier om te gaan met herbruikbare grond en baggerspecie. Daarmee wordt bespaard op de winning en het gebruik van primaire grondstoffen. Hergebruik betekent ook vermindering van transport en daarmee besparing op energie en vermindering van emissies.Op 8 september 1999 werd de Vereniging Branche Organisatie Grondbanken formeel opgericht. Initiatiefnemers waren de Grondbank Amsterdam, Grondbank Limburg, Grondbank Midden Gelderland, Grondbankcombinatie, Grond- en Reststoffenbank Rotterdam, Grondbank Regio Twente, Grondbank Utrecht en het Service Centrum Grond SCG. Als doelstellingen van de BOG werden geformuleerd: verhoging van het kwaliteitsniveau, inbreng in beleidsontwikkelingen, verbetering van het imago van hergebruikgrond en een landelijke dekking van gecertificeerde grondbanken. In het eerste volledige verenigingsjaar 2000 bestond het bestuur uit: Fred Jansen (Grondbank Amsterdam, voorzitter), Frank Pulles (Grond- en Reststoffenbank Rotterdam, penningmeester), Wil van der Valk (Grondbank Midden Gelderland), Hans Teunissen (Grondbankcombinatie), Rob Henneveld (LCHG) en Armand Orbons (Grond- en Reststoffenbank Rotterdam, secretaris).Vanaf 1994 is door een aantal van deze grondbanken al gewerkt aan het realiseren van de eerste Beoordelingsrichtlijn voor het toepassen van grond, BRL 9308. Bij het inwerkingtreden van het Bouwstoffenbesluit in 1999 werden op basis van deze BRL de eerste erkenningen Bouwstoffenbesluit door VROM afgegeven. Als deelnemer in SIKB heeft de BOG vanaf 2001 bijgedragen aan het verbeteren en aanpassen van BRL 9308 naar de huidige BRL 9335. Daarbij is door de BOG de nadruk gelegd op het toevoegen van proceselementen in de BRL om de kwaliteitsborging in de keten van grondstromen te versterken.In de afgelopen 10 jaar heeft de BOG inbreng geleverd in onder meer de aanpassingen en evaluatie van het Bouwstoffenbesluit, het project Bijzondere parameters en de voorbereiding en invoering van het Besluit bodemkwaliteit. Via de Stuurgroep Uitvoerende Grondbranches (SGUG) neemt de BOG deel in de Monitoring van het Besluit bodemkwaliteit en de aanpassing van de regelgeving voor het toepassen van grond en baggerspecie bij het verondiepen van (voormalige) zandwinplassen.Het aantal leden van de BOG groeide naar 13 grondbanken in 2004. Op dit moment zijn 10 grondbanken lid. Alle leden zijn gecertificeerd en erkend volgens het Besluit bodemkwaliteit.