Waterschap baggert Oeffeltse Raam
- Gegevens
BOXMEER - Waterschap Aa en Maas en de gemeente Boxmeer gaan onderhoudswerkzaamheden uitvoeren in de Oeffeltse Raam. Tussen de Sambeeksedijk en stuw ‘het Snepke’ wordt de waterloop over een traject van drie kilometer gebaggerd. Hierbij wordt méér dan 3000 m³ slib verwijderd (Gemeente Boxmeer, 8 april). Het baggeren is noodzakelijk omdat de Oeffeltse Raam plaatselijk is verontreinigd. Daarnaast is de Raam op bepaalde plaatsen te ondiep. Dit beperkt de waterafvoerende functie en kan overlast veroorzaken. De baggerspecie wordt deels direct afgevoerd naar een erkende verwerker, het grootste deel wordt in een plaatselijk depot gestort en op een unieke wijze natuurlijk gereinigd.OnderzoekWaterschap en gemeente maken werk van de baggerachterstand in de Oeffeltse Raam en steken de armen uit de mouwen. Het baggerslib hier bestaat voornamelijk uit plantenresten en bodemmateriaal. De grote hoeveelheden hebben een negatieve invloed op de aan- en afvoer van de waterloop, op de waterkwaliteit en op de ecologie. Ook is het baggerslib hier plaatselijk verontreinigd met verhoogde concentraties nikkel. Dit blijkt uit een waterbodemonderzoek dat eerder is uitgevoerd. De nikkelproblematiek in Oost-Brabant is ontstaan door natuurlijke processen in de diepere bodemlagen. Doordat dieper grondwater naar de oppervlakte stroomt/‘kwelt’, komt de nikkel in de baggerspecie in het oppervlaktewater terecht. Vanwege de nikkel moet het baggerslib worden gestort. Het waterschap wil via een proef nagaan of de baggerspecie op locatie kan worden gereinigd. De gereinigde baggerspecie kan vervolgens worden hergebruikt. Daarom wordt in het “Schraalzand” tijdelijk een bijzonder slibdepot aangelegd waar het slib wordt opgevangen en op een natuurlijke manier wordt gereinigd.Unieke werkwijzeKomende week (week 15) start de aannemer, de firma Kurstjens BV uit Hedel, met het mechanische baggerwerk. Ter hoogte van de Sint Anthonisweg (Witte brug) wordt het eerste deel van de bagger verwijderd met een mobiele kraan. Deze bagger wordt direct afgevoerd naar een erkende verwerker. Omstreeks juni – juli wordt gestart met de aanleg van het baggerdepot, zodat na de bouwvakvakantie in september gestart kan worden met het hydraulisch baggeren van het overige deel. Tijhuis Ingenieurs zal in opdracht van het waterschap en de gemeente de werkzaamheden begeleiden.Bij hydraulisch baggeren wordt gebaggerd met een zogeheten ‘snijkopzuiger’. De snijkopzuiger pompt het slib via een transportleiding naar het depot. Het depot is voorzien van een folielaag. Op deze folie is een laag bermmaaisel aangebracht. De met nikkel verontreinigde baggerspecie wordt hier op de laag bermmaaisel gebracht. De verwachting is dat het bermmaaisel de nikkel zal opnemen onder in het depot en dat de kwaliteit van de baggerspecie zal verbeteren.Een unieke wijze om baggerslib op een natuurlijke wijze te reinigen. Het is voor het eerst dat waterschap Aa en Maas op deze innovatieve manier te werk gaat. Het bermmaaisel met de gebonden nikkel kan uiteindelijk worden afgevoerd en de gereinigde baggerspecie kan worden hergebruikt als bijvoorbeeld ophoogzand (mits het natuurlijk voldoet aan de hiervoor geldende normen).Om de baggerspecie uit de Oeffeltse Raam te verpompen, wordt met het baggeren extra water meegevoerd naar het depot. Dit overschot aan water wordt uiteindelijk weer geloosd op de Oeffeltse Raam. Om te voorkomen dat de kwaliteit van de Oeffeltse Raam verslechtert, gaat het waterschap dit retourwater periodiek bemonsteren.Flora en faunaHet baggeren van een waterloop kan mogelijk schade aan planten- en diersoorten en hun leefomgeving veroorzaken. De Unie van waterschappen heeft een gedragscode opgesteld om dit zoveel mogelijk te voorkomen. Waterschap Aa en Maas leeft deze gedragscode volledig na en heeft daarom in 2007 onderzoek laten uitvoeren naar beschermde planten- en diersoorten in en rondom de Oeffeltse Raam. Uit dit onderzoek bleek dat hier geen juridisch beschermde soorten voorkomen. Het baggeren zal bijdragen aan een betere chemische en ecologische waterkwaliteit waar de planten- en diersoorten van gaan profiteren.